PVDA-voorzitter Peter Mertens: “We willen de motor zijn van de verlinksing, ons land heeft dat nodig”
De politieke wereld ontwaakt straks weer uit zijn zomerslaap, en er ligt heel wat op de plank voor de PVDA: verkiezingen en sociale strijd. Voorzitter Peter Mertens: “Met de PVDA gaan we die twee met elkaar verbinden en duidelijk maken dat we krachtsverhoudingen op de twee terreinen moeten ontwikkelen.”
Wat zijn de uitdagingen voor de PVDA bij de start van het nieuwe politieke seizoen?
Peter Mertens. Als je het over een iets langere termijn bekijkt, staat ons een dubbele uitdaging te wachten: de hinkstapsprong naar de federale verkiezingen van 2019 enerzijds en de oplopende sociale tegenstellingen anderzijds.
De N-VA gaat proberen de politieke strijd ver weg te houden van de sociale tegenstellingen. Zij wil niet dat de verkiezingen gaan over de werkdruk, de groeiende armoede, de jobsdeal van de voorbije zomer of de organisatie van de maatschappij op z'n Ryanairs. De N-VA zal er alles aan doen om het thema van de verkiezingen te kapen. Zij willen dat de kiescampagne over identiteit en vluchtelingen gaat. Wij moeten zorgen dat de sociaaleconomische thema's de verkiezingen mee beheersen: de pensioenen, de armoedejobs, het zomerakkoord ...
Met de PVDA gaan we de verkiezingen en de sociale strijd met elkaar verbinden en duidelijk maken dat we krachtsverhoudingen op de twee terreinen moeten ontwikkelen.
(lees verder onder de foto)
De sociale beweging is er al in geslaagd het pensioen met punten tegen te houden. De regering wil dat nu over de verkiezingen tillen. Tijdens de zomer – toen de meeste mensen met vakantie waren – besliste het kernkabinet onder andere om de landingsbanen af te schaffen voor wie geen zestig jaar is. Dat wil zeggen dat iedereen tot zijn zestig voltijds zal moeten blijven werken. Werkbaar werk is daarmee verleden tijd. Verder worden werkloosheidsuitkeringen beperkt in de tijd en moeten ook zieke ambtenaren inleveren.
Over al die dingen groeit het verzet. In die context houden de vakbonden op 2 oktober regionale acties, die we voluit steunen.
Bij de NMBS, Ivago, Ryanair … viel me op dat een woord heel dikwijls viel: respect
Er was deze zomer veel onrust bij verschillende bedrijven: bij de NMBS, Ivago, Ryanair … Welke conclusie trekt u daaruit?
Peter Mertens. Het viel me op dat een woord heel dikwijls viel: respect. Bij de vuilnisophalers van Ivago in Gent, bijvoorbeeld. Zij hebben een harde, vuile job, waarvoor ze vroeg moeten opstaan en toch maar weinig verdienen. En het belangrijkste wat die mensen vragen is respect. Respect omdat zij zorgen voor de hygiëne in de stad, voor de leefbaarheid en de gezondheid in de stad. Maar in plaats daarvan krijgen ze de ene provocatie na de andere. Ze mochten tijdens de hittegolf niet eens een drinkpauze nemen.
Bij de NMBS en De Lijn is het voor de werknemers bij warm weer verboden om een korte broek te dragen, maar ondertussen zit de bedrijfstop wel fris in een kantoor met airco …
Er waren ook de Europese stakingen bij Ryanair. Het personeel moet er betalen voor een flesje water, overuren krijgen ze niet uitbetaald en ze werken via een Ierse constructie aan een laag loon – sociale dumping heet dat. En als ze in verzet durven te gaan, worden ze gestraft en onder druk gezet.
(lees verder onder de foto)
De link tussen al die bewegingen is het feit dat de werkgevers op alle terreinen met lagere kosten willen werken. Ze willen de uitbuiting opdrijven: uit elk uur arbeid meer winst puren. Dat is de grondreden waarom werkgevers minder en minder respect hebben voor hun werknemers. De ultra-agressieve managementstijl van Ryanair-CEO O’Leary is hun model voor de toekomst. Dat is wat de werkgevers, het grote geld en de N-VA willen: hyperflexibele jobs, lagere lonen en geen vakbonden.
Herinner je ook de staking bij Lidl in mei ... Al die strijdbewegingen zijn het topje van de ijsberg van de malaise, die overal onder de werkende mensen leeft. De stakingen van de voorbije zomer gingen van de mensen zelf uit. Bij bedrijven als Ryanair, Deliveroo en Lidl waren de vakbonden tot voor kort amper actief. De mensen vragen hen daar nu zelf om hen te helpen zich te organiseren. Ze hebben de vakbond meer dan ooit nodig.
Mensen mogen alleen nog ja knikken en werken. En als ze een beetje op adem willen komen, wordt hen dat nog afgenomen ook
Dat toont ook nog eens aan hoe belangrijk de strijd tegen de afbraak van de vakbondsrechten is. De regering wil iedereen muilkorven die nog een stem geeft aan de werknemers. In Antwerpen is vlak voor de zomer vakbondsman Bruno Verlaeckt veroordeeld, omdat hij een stakingspiket had georganiseerd. De strijd voor vakbondsrechten gaat hand in hand met de strijd voor betere werkomstandigheden. Dat zien we ook bij Ryanair.
De federale regering sloot de voorbije zomer ook een zogenaamde jobsdeal. Die houdt een aanval in op de landingsbanen, tegen de werkzoekenden, tegen de langdurig zieken … Hoe analyseert de PVDA dat?
Peter Mertens. Voor ons gaat het niet over een jobsdeal, maar over een armoededeal. Minister van Werk Kris Peeters zegt dat het doel is meer mensen op de arbeidsmarkt te brengen, zodat er meer onderlinge concurrentie is onder de werknemers. Het doel van die deal is door werkgeversorganisatie VBO al in mei met zoveel woorden zo uitgelegd. Volgens de regering zijn er vandaag te weinig werklozen en zijn de mensen daardoor niet bereid om het even welke job aan te nemen.
De werkgevers willen de druk op het geheel van de werkende mensen opdrijven en daarom creëert de regering omstandigheden waardoor mensen die vandaag nog niet op de arbeidsmarkt zijn, er naartoe gedreven worden.
Langdurig zieken worden “geactiveerd” om snel weer aan de slag te gaan, ook al zijn ze niet helemaal genezen
Zo worden langdurig zieken opgejaagd. Ze worden “geactiveerd” om snel weer aan de slag te gaan, ook al zijn ze niet helemaal genezen.
Hetzelfde doel willen ze bereiken met de afschaffing van de landingsbanen voor oudere werknemers. Die vragen een aangepast werktempo, bijvoorbeeld door halftijds of vier vijfde te gaan werken. Dat kon tot vandaag vanaf 55 jaar, en zo’n 77.000 werknemers van 55 tot 60 jaar werken vandaag in zo’n landingsbaan. Dat schaft de regering nu af. De regering wil ook het vervroegd pensioen optrekken tot boven de 60 jaar. Ook dat zijn manieren om de druk op de mensen op te voeren.
Ten derde gaat de regering door met haar jacht op werkzoekenden. Zij vallen veel sneller terug op een armoede-uitkering, zodat ze verplicht worden om het even welke job aan te nemen.
Dat is de oriëntatie die van de regering uitgaat. Allemaal om de druk op de arbeidsmarkt op te voeren en de lonen te kunnen verlagen.
De maatregelen viseren dus niet alleen de langdurig zieken, de werklozen en de oudere werknemers, maar het geheel van de werkende bevolking?
Peter Mertens. Ja. Ze willen tegen werknemers kunnen zeggen: als jij deze job weigert omdat het loon te laag is, dan geef ik hem aan iemand anders, er zijn er genoeg anderen die dat wel willen.
Ronduit schandalig is dat die maatregelen worden genomen door politici die zelf 5, 6 tot 10.000 euro per maand verdienen
We gaan daarmee recht naar de situatie die ik zeven jaar geleden al beschreef in mijn boek Hoe durven ze?, in het hoofdstuk over het Duitse model en de veralgemening van mini-jobs. Mensen komen in jobs terecht uit schrik dat ze anders in de armoedesituatie van de werklozen terechtkomen.
Met datzelfde doel wil de regering dat de lonen niet meer stijgen door collectieve onderhandelingen of op basis van objectieve factoren als anciënniteit of ervaring. Het wordt meer en meer een verloning naar prestaties, dat wil zeggen dat elke werknemer individueel moet gaan onderhandelen over zijn loon.
En ronduit schandalig is dat die maatregelen worden genomen door politici die zelf 5, 6 tot 10.000 euro per maand verdienen. Ook daarover is er veel kwaadheid onder de mensen.
Veel mensen vinden het dan ook tijd dat de regeringspartijen worden afgestraft …
Peter Mertens. Absoluut. Mensen zijn alleen nog radertjes in het netwerk, ze hebben op geen enkel vlak nog iets te zeggen. Ze mogen alleen ja knikken en moeten werken wanneer hen gezegd wordt dat ze moeten werken. En als ze een beetje op adem willen komen, wordt hen dat nog afgenomen ook. Aan de andere kant heb je professionele bandieten in maatpak die elk jaar miljarden versluizen naar belastingparadijzen, zonder dat de regering hun een strobreed in de weg legt. De mensen voelen tot in hun kleine teen dat dat allemaal niet klopt. De verkiezingen zijn het moment waarop we de regeringspartijen echt kunnen afstraffen.
Er is vanuit alle hoeken een groeiende oppositie tegen de regering. Dat moet ons moed geven. We kunnen de regering tegenhouden
De regering heeft daarom al heel wat dossiers doorgeschoven tot na de gemeenteraadsverkiezingen uit schrik voor het verzet. Een deel van de jobsdeal, het dossier van de zware beroepen, het pensioen met punten … We moeten niet onderschatten wat het verzet al verwezenlijkt heeft. Het bewijs daarvan is dat de regering in een Trumpiaanse kramp schiet. Ze schiet op iedereen die een ander stemgeluid laat horen: op de vakbonden, op de ziekenfondsen, op de rechters, op de ngo’s en zelfs op de eigen experts als hun bevindingen haar niet goed uitkomen. Denk maar aan de leden van het Monitoringcomité, die vonden dat de regering de begroting te rooskleurig voorstelde. Er is vanuit alle hoeken een groeiende oppositie tegen de regering. Dat moet ons moed geven. We kunnen de regering tegenhouden.
In het stemhokje en op straat.
Peter Mertens. Op heel veel domeinen zijn er mensen die ontwaken en in beweging komen tegen het beleid van de regering. De strijd voor betere arbeidsomstandigheden en tegen de veralgemening van rot-jobs, de strijd voor maatregelen tegen de klimaatverandering, de strijd tegen de afbraak van de syndicale rechten ...
En dan is er nog de strijd tegen de onmenselijke aanpak van vluchtelingen. De regering probeert de sociale strijd ook lam te leggen door een heel agressieve politiek tegen vluchtelingen te voeren. Ze hanteert een verdeel-en-heersstrategie door te stampen naar wie onderaan de sociale ladder staat. Ook de strijd voor een menselijke opvang van vluchtelingen is dus geen aparte strijd. Het gaat allemaal om dezelfde maatschappijvisie. Wat is een mensenleven waard? Hoe zit de maatschappij in mekaar?
(lees verder onder de foto)
Al die verschillende strijdbewegingen hebben elkaar nog niet gevonden. Soms denken ze ook dat ze tegenover elkaar staan, dat de strijd voor waardig werk in tegenstelling zou staan tot de solidariteit met vluchtelingen, bijvoorbeeld. Het eerste wat we moeten doen is die strijdbewegingen bundelen, want we hebben allemaal dezelfde tegenstander.
Dat maakt de PVDA concreet met het grote solidariteitsfeest ManiFiesta.
Peter Mertens. Voor ons is ManiFiesta een heel belangrijk rendez-vous om die eenheidsbeweging op te bouwen en alles met elkaar te verbinden. De komende weken gaan heel veel mensen bezig zijn met de gemeenteraadsverkiezingen, en dat is een goede zaak, maar we moeten ook een breder perspectief hebben, want we gaan niet alleen in de eigen stad of gemeente de wereld veranderen. Ook dat is ManiFiesta: het gaat over cultuur, vakbondsrechten, onderwijs, vluchtelingen, Palestina, gezondheidszorg, werkomstandigheden. ManiFiesta is de fysieke plaats waar al die bewegingen samenkomen en het kan ook een springplank zijn om de strijd opnieuw te lanceren.
We moeten een front vormen dat zegt: “We willen niet in een Franckeniaanse maatschappij leven”
We moeten een front vormen dat zegt: “Zo’n maatschappij willen we niet. We willen niet in een Franckeniaanse maatschappij leven. Noch wat betreft oorlog en vluchtelingen, noch wat betreft de arbeidsmarkt.” Want Theo Francken is de Belgische Trump en deze regering is een Trumpiaanse regering. En de strijd zal er een van lange adem zijn.
Naast de sociale strijd staan we ook voor twee grote verkiezingsperiodes. Hoe bereidt de PVDA zich voor op die dubbele uitdaging?
Peter Mertens. We zijn al in 2014 begonnen met de voorbereiding. Dat was goed op tijd. (lacht) In 2014 hebben we twee dingen vastgesteld.
Ten eerste dat we twee verkozenen in het federale parlement hadden. En dat die ook effectief op een andere manier aan politiek doen dan al de rest. Sommigen dachten dat de PVDA zou worden als alle andere. Maar als er nu één ding is dat je van Raoul Hedebouw en Marco Van Hees níet kunt zeggen, is dat ze doen zoals alle anderen. De stijl en de onderwerpen van de debatten in het federale parlement zijn veranderd, dankzij twee verkozenen van de PVDA. De mensen herkennen zich in wat daar gezegd wordt. De video’s van onze tussenkomsten in het parlement worden vaak honderdduizenden keren bekeken. Mensen sturen ons boodschappen: “Die kerel uit Luik, met zijn brilletje, die zegt verdomme de waarheid.”
Als er nu één ding is dat je van Raoul Hedebouw en Marco Van Hees níet kunt zeggen, is dat ze doen als alle andere
Een tweede vaststelling is dat we in Vlaanderen nipt geen verkozene haalden, maar dat we die stem in Vlaanderen absoluut nodig hebben in het parlement. We zijn toen al beginnen na te denken waarom we het niet gehaald hadden. Aan Antwerpen-stad lag het alvast niet. Daar haalden we tien procent, wat veel is in de achtertuin van Bart De Wever, het bastion van “Vlaams alt-right”. Het probleem lag in de rest van de provincie Antwerpen.
Dus zijn we al vier jaar lang intensief bezig om daar afdelingen op te bouwen. Want voor ons gaat het er niet alleen over dat wij die megafoon in de gemeenteraad willen brengen. Wij willen de dingen ook veranderen. Als het snikheet is willen we dat mensen betaalbaar kunnen zwemmen. Daarvoor hebben we onlangs nog actiegevoerd in Mechelen met een zwempartij in een kanaal, en in Brussel tegen de sluiting van Océade. Dat vinden wij belangrijk. Sommige mensen kijken daarop neer, maar dat zijn dan mensen die zelf drie keer per jaar naar Toscane trekken om er in hun zwembad aan hun olijfgaard te gaan zwemmen. Als een bibliotheek gesloten wordt, dan komen wij op voor het open houden daarvan. Als een buslijn verdwijnt aan een zorgcentrum, dan brengen wij mensen samen om die lijn te redden. Ik denk dat de andere partijen daar erg zenuwachtig van worden, omdat die ook wel weten dat dat werk onder de radar zijn vruchten afwerpt.
(lees verder onder de foto)
Dat doet de PVDA niet alleen in de provincie Antwerpen. Ook in de centrumsteden in de rest van het land wil de partij doorbreken.
Peter Mertens. In 2014 hebben we inderdaad vastgelegd dat we ons willen verankeren zowel op de bedrijfsvloer als in de belangrijkste centrumsteden. De PVDA is nog altijd een grootstedelijk fenomeen in Luik, Brussel en Antwerpen. Nu willen we de stap maken naar een centrumstedelijk fenomeen. Maar dat doe je niet met louter een aanwezigheidspolitiek tijdens de kiescampagne. Dat doe je door basiswerk te verrichten, wat het DNA is van onze partij.
Is een stad een publieke ruimte waar mensen samen wonen en werken of is het een commerciële trekpleister die met city marketing in de markt moet worden gezet?
We zijn in al die steden gaan luisteren naar de mensen en hebben gevraagd waar ze wakker van liggen. Wij willen die problemen aanpakken en oplossingen zoeken. Samen met de mensen hebben we een progressief programma opgesteld.
Eigenlijk komt in alle steden dezelfde vraag naar voren: welke publieke functie heeft een stad? Is een stad in de eerste plaats een publieke ruimte waar mensen samen wonen en werken of is een stad een soort commerciële trekpleister die met city marketing in de markt moet worden gezet? Dat zijn twee botsende visies op een stad. Wij zijn enorm fier dat we zowel in Wallonië, Vlaanderen als Brussel die andere visie van recht op de stad uitdragen, de stad als gemeenschappelijke plaats.
Wanneer is de kiescampagne voor de PVDA geslaagd?
Peter Mertens. Als we in 2018 doorbreken in de centrumsteden zoals Gent, Hasselt, Leuven, Brussel-stad, Namen, Luik en Charleroi – in die laatste twee hebben we al een verkozene, maar willen we nog vooruitgaan – én als we in de provincie Antwerpen in de belangrijkste steden doorbreken. Als dat lukt, en dat zit er dik in, staan we er goed voor om in 2019 ook aan Vlaamse kant een verkozene te hebben en om nog te groeien in Wallonië en Brussel.
Een verkozene aan Vlaamse kant blijft het hoofddoel?
Peter Mertens. Sowieso. En we hebben dat ook nodig. Niet omdat we denken dat we met zes of zeven verkozenen in het federaal parlement de hele samenleving gaan veranderen, maar omdat we ervan overtuigd zijn dat de werkende bevolking, de langdurig zieken, de werkzoekenden, de gepensioneerden, de vluchtelingen een stem nodig hebben in het parlement. Wij willen de stem zijn van de mensen die deze zomer, terwijl ze op vakantie waren, gepest werden door de regering die hun tijdkrediet afnam. Wij willen de stem zijn van diegenen die kwaad zijn omdat een beschaafd land als België in de 21ste eeuw nog niet eens de rechten van de mensen toepast en kinderen opsluit in gesloten centra.
Wie op een andere manier aan politiek wil doen, moet versterkt worden
En aan de graaipolitiek is ook nog niets veranderd, hè. De parlementsleden kunnen nog altijd op 55 met pensioen gaan met 4.000 euro netto, terwijl ze de mensen laten werken tot hun 67 voor een hongerpensioen. En dan heb je nog de mandatenkampioen van de N-VA, Koen Kennis, die 18 betaalde mandaten heeft!
Wie op een andere manier aan politiek wil doen, moet versterkt worden. Wij willen hen een megafoon geven in 2019.
(lees verder onder de foto)
Wij zijn ook de enige nationale partij. Met de PVDA zijn we al 40 jaar de Rode Duivels van de politiek. Ook op dat punt hebben we versterking van onze federale fractie nodig. Sommigen proberen te doen alsof Raoul Hedebouw alleen maar Waalse werknemers vertegenwoordigt. Larie en apekool, natuurlijk. Iedereen die hem bezig ziet, weet dat hij even bezield en begeesterd opkomt voor de vuilnisophalers van Gent als voor het behoud van de gratis kinderopvang in Charleroi. Als mensen uit de drie gewesten in één parlementsfractie samen zitten, zal dat een gigantische boost geven aan de eenheid van de werkende klasse in dit land.
Iedereen kijkt vooral uit naar het resultaat in de stad Antwerpen. Burgemeester Bart De Wever (N-VA) zei in juni nog: “Als Antwerpen in oktober naar links kantelt, met de PVDA erbij, dan zal volgend jaar ook de Vlaamse en de federale regering naar links kantelen.” Wat is uw reactie op die uitspraak?
Peter Mertens. De Wever legt dat goed uit. Wat voor hem op het spel staat is dat zijn bastion, zijn proeftuin ofwel wordt behouden, ofwel doorbroken. De eerste keer dat de N-VA op een dominante, arrogante manier de macht nam in een grote stad in Vlaanderen, was in de stad Antwerpen. Nadien is de federale regering gevolgd.
Het gewicht van de PVDA zal bepalen of de weegschaal overhelt naar links of niet
Als dat eerste bastion – het industriële centrum van het land – doorbroken wordt door een linkse coalitie met de PVDA, dan is de kans reëel dat ook op Vlaams en federaal niveau er dik een half jaar laten barsten zullen komen. De Wever beseft dat. Laten we er dus alles aan doen om dat mogelijk te maken.
Gaat dat lukken? Dat is nog niet te zeggen. We weten nog niet of de weegschaal in Antwerpen naar links of naar rechts zal overhellen. Wat we wel weten, is dat het gewicht van de PVDA zal bepalen of de weegschaal overhelt naar links of niet. Als de PVDA in oktober goed scoort, dan komt er een heel grote barst in het aureool van de keizer. En als dat gebeurt samen met een sterke sociale strijd, dan kan er echt verandering komen.
Sommige van de centrumsteden waar de PVDA wil doorbreken, zoals Gent, Hasselt en Leuven, worden mee bestuurd door sp.a en Groen, door links dus. Op welk vlak kan de PVDA daar het verschil maken?
Peter Mertens. De affaires Publifin en Publipart hebben aangetoond dat de verwevenheid tussen politici, financiële groepen en vastgoedontwikkelaars enorm is. Dat fenomeen stopt niet aan de taalgrens en ook niet aan de grenzen van de traditionele partijen. Alle traditionele partijen zijn op dit vlak in hetzelfde bedje ziek. Ze gaan allemaal samen naar dezelfde vastgoedbeurs in Cannes om dezelfde bouwondernemingen aan te trekken voor hun stad. In al die steden hoor je ook dezelfde kritieken over een gebrek aan inspraak.
De PVDA komt op voor een andere stedelijke visie. Wij vertrekken van de vraag wat de plaats is van stadsontwikkeling in de 21ste eeuw. Welke ruimte is er voor groen? Welke ruimte is er voor fietsers en openbaar vervoer? Welke ruimte is er voor echte inspraak? Welke ruimte is er voor radicale maatregelen om de lonen van bestuurders te verlagen?
We verwijzen in ons programma naar de burgemeester van Barcelona, Ada Colau. In plaats van het normale maandloon van 8.000 euro als burgemeester op te strijken, verdient zij slechts 2.000 euro. Zij gaat ook één keer per week met al haar schepenen naar de wijken in Barcelona. Het is belangrijk te luisteren, zoals wij dat in Borgerhout hebben gedaan door de jongeren op de pleintjes meer te betrekken. Onze voorstellen zijn uniek. We willen hiermee de motor zijn van de verlinksing. Ons land heeft dit nodig. Dat is de rol die de PVDA kan spelen.
De slogan van de PVDA in de steden luidt: “Verover de stad!”. Op wie moet de stad veroverd worden?
Peter Mertens. Ten eerste willen we de stad veroveren op de grote projectontwikkelaars. Zij drukken een zorgwekkende visie op de stad door. Zo creëren ze woonprojecten met koopappartementen van 350.000 tot 800.000 euro. Dat is niet betaalbaar wonen. Dat is wonen op maat van die projectontwikkelaars.
We moeten de stad veroveren op de grote projectontwikkelaars, op de achterkamerpolitiekers en op degenen die haat en verdeeldheid zaaien
Ten tweede is het op democratisch vlak belangrijk de stad te veroveren op de achterkamerpolitiekers. De beslissingen worden vandaag genomen in restaurant ’t Fornuis in Antwerpen, in de loge van de voetbalclub, in de VIP-ruimte van de paardenrennen, in een sterrenrestaurant aan de oevers van de Leie … Daar is helemaal geen sprake van democratische controle. In de 21ste eeuw is het tijd voor transparantie en inspraak in het beleid.
Maar we moeten de stad ten derde ook veroveren op degenen die haat en verdeeldheid zaaien. In steden waar de N-VA de dans leidt, zoals Aalst of Antwerpen, is er een permanent discours tegen de vluchtelingen, tegen de werklozen … De stad is per definitie een plaats waar je samen woont en samen werkt. Dat moet je ook samen doen. Voor deze verdeeldheid is dus geen plaats.
We spreken over “veroveren” en niet over “vragen” omdat we het gevoel hebben dat we het met talloze burgerinitiatieven al tien jaar beleefd aan het vragen zijn. Maar in plaats dat er iets wordt gegeven, wordt er nog meer afgepakt.
De PVDA heeft een opvallende affichecampagne, met geuzenstrepen op de wangen van de gezichten.
Peter Mertens. Onze middelen zijn beperkt, dus zochten we naar de beste manier om in het oog te springen. We willen de stad veroveren, dus laten we dat doen met twee geuzenstrepen op de affiches. De ene geuzenstreep betekent: “Stop, het is genoeg geweest! Weg met het grote geld en met de koudheid in de politiek.” Met de andere streep zeggen we: “We hebben een alternatief. We willen weer een warme stad, een stad op mensenmaat.”
En de bedoeling is dat heel veel mensen die affiche voor het raam hangen, niet?
Peter Mertens. Klopt. Bepaalde andere partijen willen er een Amerikaanse campagne van maken. In de Verenigde Staten is het al langer zo dat het grote geld alles bepaalt. Ook hier zien we affiches van twintig vierkante meter en gigantische campagnebussen van de N-VA.
Een ander voorbeeld daarvan is het afschaffen van de publieke aanplakborden in Antwerpen. Of je nu groot of klein bent als partij, iedereen had dezelfde hoeveelheid plaats om zichzelf bekend te maken. Die openbare borden verdwijnen. Het wordt een systeem dat draait om wie geld heeft om de campagne te kopen.
(lees verder onder de foto)
Om hier tegenin te gaan, doen we een beroep op de mensen. De andere partijen hebben geld, wij hebben de mensen. Gigantisch veel mensen hangen een affiche van de PVDA voor hun raam. Dat is het beste antwoord op die Amerikaanse kiescampagne. Dat doen we in alle steden. We krijgen heel veel reacties van mensen die vragen om een affiche van Tom De Meester in Gent, van Line De Witte in Leuven, van Sophie Lecron in Luik, van Sofie Merckx in Charleroi, van Mathilde El Bakri in Brussel-stad ...
In kleinere steden en gemeenten kiest de PVDA voor de slogan “Schud ze wakker”. Vanwaar die keuze?
Peter Mertens. Hiermee willen we mensen aanmoedigen om in hun gemeente voor de eerste keer op de PVDA te stemmen en de PVDA voor het eerst in de oppositie te krijgen. Zo kunnen we de vaste waarden wakker schudden rond het sociale beleid. Ook daar zoeken we nog veel mensen om affiches voor hun raam te hangen. Onze boodschap aan de lezers van Solidair is dus: “Heb je een raam? Vraag dan een affiche aan!” En als je in een gemeente woont waar de PVDA nog niet opkomt, geen nood. We komen ook op voor de provincieraad, dus je kunt sowieso een affiche of ander materiaal bestellen bij de PVDA.
Gezocht: rebellen met een groot hart om de stad te veroveren
De PVDA voert geen peperdure campagne met grote reclamebudgetten op z’n Amerikaans. Integendeel. Bij ons zijn het de mensen die onze grootste kracht vormen. Daarom kan iedereen zelf bepalen hoe zij of hij een steentje wil bijdragen. En dat kan al gewoon iets kleins zijn, zoals:
- een affiche voor je venster hangen
- een financiële gift doen
- folders uitdelen in je buurt
- …
Alle info op https://welkom.pvda.be/doemee
Reageren op dit artikel? Mail naar redactie@solidair.org.