Opkomen voor het recht op gezondheid in een gezonde maatschappij
Terwijl het voor veel mensen een probleem wordt om een huisarts te vinden, zet minister Maggie De Block volop in op centengeneeskunde. Geneeskunde voor het Volk-voorzitter Janneke Ronse gaat in op de twee botsende visies over gezondheidszorg
Janneke Ronse is 35 jaar en woont samen met haar vriend en twee dochters in Antwerpen. Ze ging in 2008 in de groepspraktijk in Deurne aan de slag als verpleegkundige. Ze werd nationaal verantwoordelijke voor alle verpleegkundigen, psychologen en sociaal werkers van Geneeskunde voor het Volk. Sinds september 2017 is ze voorzitter van Geneeskunde voor het Volk.
U bent nu voorzitter van Geneeskunde voor het Volk. Wat houdt dat juist in?
Janneke Ronse. Dat ben ik nog een beetje aan het uitzoeken. (lacht) Het wil zeggen dat ik verantwoordelijk ben voor de elf praktijken van Geneeskunde voor het Volk in heel België. De dagelijkse leiding gebeurt grotendeels in de praktijken zelf, maar we proberen wel een strategische visie uit te werken voor ons hele netwerk: waar willen we naartoe, wat willen we bereiken? En dat proberen we dan concreet toe te passen in onze praktijken.
Wat houdt die visie dan concreet in?
Janneke Ronse. Het houdt in dat we opkomen voor het recht op gezondheid in een gezonde maatschappij. We willen daarvoor ingrijpen in de verschillende factoren die de ziekte beïnvloeden, zowel op niveau van het individu, als ook op het niveau van de groep, op het werk, in de wijk en ook op maatschappelijk niveau. Empowerment in de breedste zin van het woord dus.
Geneeskunde voor het Volk levert gratis eerstelijnsgeneeskunde. Kunt u eerst eens uitleggen wat die term juist betekent.
Janneke Ronse. Dat betekent dat je voor de patiënt het eerste aanspreekpunt bent in het systeem van de gezondheidszorg. Als een patiënt een medisch of psychosociaal probleem heeft, dan moet die ergens de ingang naar het gezondheidszorgsysteem vinden. De groepspraktijken van Geneeskunde voor het Volk maken deel uit van de eerste lijn, de ingangspoort. Wij maken dan een inschatting of we het probleem zelf kunnen oplossen of de patiënt moeten doorverwijzen naar de tweede lijn, de meer gespecialiseerde zorg.
De voorbije tien jaar is de eerstelijnszorg fel geëvolueerd. Huisartsen werken nu veel meer samen met, bijvoorbeeld, verpleegkundigen. Die nemen een aantal taken van de huisarts over, zoals bloedafnames en wondverzorging, maar ook de opvolging van patiënten met suikerziekte …
Voor de opvolging van patiënten is samenwerking tussen huisarts en andere zorgverleners een hele stap vooruit. De huisarts blijft een belangrijke rol spelen, maar ook psychologen, sociaal werkers, kinesisten, diëtisten en verpleegkundigen hebben hun aandeel in de zorg. Ook een goedwerkend onthaalteam is cruciaal. Zij moeten de patiënten opvangen en bij de juiste hulpverlener op het juiste moment krijgen.
Ik begreep dat jullie tegenwoordig extra aandacht geven aan psychologische begeleiding.
Janneke Ronse. We zien tegenwoordig een enorme toename van het aantal burn-outs en andere psychologische klachten. Burn-out wordt wel eens de stoflong van de 21ste eeuw genoemd.
Met Geneeskunde voor het Volk denken we dat we een verschil kunnen maken, zowel in de individuele begeleiding van patiënten, als door het voeren van het maatschappelijk debat over psychologische klachten. Het is een bewuste keuze van Geneeskunde voor het Volk om een deel van onze middelen te investeren in psychologische zorg, want vanuit de regering wordt hiervoor nog steeds geen enkele terugbetaling voorzien.
Jullie werken ook met eigen sociaal assistenten. Wat doen die dan?
Janneke Ronse. Die gaan samen met de patiënten op zoek naar oplossingen voor de sociale problemen waarmee ze geconfronteerd worden. Dat kan gaan over werk, huisvesting, financiële zorgen, problemen in het gezin …
Dat zijn dan soms ook administratieve problemen?
Janneke Ronse. Ja. Dikwijls komen hier patiënten binnen met een pak papieren onder de arm, waarvan ze niet weten wat ze ermee moeten aanvangen. Dat bezorgt die mensen natuurlijk een pak stress. Het kan dan een grote hulp zijn als we die papieren eens samen met hun doornemen.
Maar we proberen de zaken ook collectief aan te pakken. In Marcinelle werkt de sociaal assistent, bijvoorbeeld, op een project rond sociale huisvesting, en in Genk wordt gewerkt rond de effecten van collectief ontslag bij Ford Genk.
Die samenwerking met verschillende disciplines heeft dus echt een toegevoegde waarde.
Janneke Ronse. Zeker, zowel voor patiënt als voor de efficiënte werking van de groepspraktijk. Weet je, voor ons gaat het om veel meer dan een dokter die nu geen bloed meer moet afnemen omdat een verpleegkundige dat kan. Wij willen echt nagaan hoe een verpleegkundige kan bijdragen aan het welzijn van de patiënt, in de brede zin van het woord.
Dat gaat dikwijls over gezondheidseducatie naar de patiënten, het opvolgen van Chronische patiënten, het preventief werken. Het gaat om professionals die samen werken. Voor verpleegkundigen is dat ook niet zo vanzelfsprekend, want die worden opgeleid in de richting van uitvoerende taken. Maar wij willen verpleegkundigen die zelfstandig evalueren wat er aan de hand is mee nadenken over mogelijk oplossingen. Dat is ook zeer waardevol voor de patiënten.
Je ziet dat niet alleen bij ons hoor. Je ziet dat steeds meer artsen ervoor kiezen om in groep te gaan werken en er andere disciplines bij te betrekken.
De groepspraktijken van GvhV werken ook met een professioneel onthaal.
Janneke Ronse. Ja, een goed en professioneel onthaal maakt een groot verschil. Onze onthaalmedewerkers verduidelijken de eerste vragen van de patiënt om hem of haar naar de juiste hulpverlener te kunnen sturen. Natuurlijk is een behandeling vaak een samenwerking tussen de verschillende hulpverleners, en dat is ook het voordeel van hier samen in één huis te zitten. Dat overleg is echt een meerwaarde.
Hoe gaat dat in zijn werk?
Janneke Ronse. We bespreken in groep hoe we problemen aanpakken. Elke ochtend houden we een briefing waar we info uitwisselen. Dat kan gaan over algemene medische vragen, maar soms gaat het ook over een specifiek probleem bij een patiënt, of over tendensen die we zien terugkeren. We organiseren ook vormingen voor de hele medische ploeg, bijvoorbeeld over diabetes of longproblematiek.
Jullie zeggen ook dat jullie preventief werken.
Janneke Ronse. Ja, we proberen zoveel mogelijk toekomstige problemen te vermijden.
Hoe doe je dat? Mensen gaan toch pas naar de dokter als ze al ziek zijn, als het dus al te laat is?
Janneke Ronse. We spreken, bijvoorbeeld, patiënten vanaf een bepaalde leeftijd systematisch aan. We vragen hun om langs te komen om een aantal zaken te bespreken. Vanaf 50 jaar kan dat gaan over het risico op hart- en vaatziekten of over kankerscreening bijvoorbeeld. Jonge mensen informeren we dan weer over seksuele overdraagbare aandoeningen of vaccinaties.
We nodigen patiënten soms ook uit op consultatie om hen beter op te volgen. Zo nodigen we mensen met longklachten uit om het te hebben over medicatiegebruik, stoppen met roken … We bekijken ook wie van onze patiënten valt onder risicogroepen voor het griepvirus en vragen hun om zich te laten vaccineren.
Gaat preventie ook ruimer dan het puur medische aspect?
Janneke Ronse. Zeker. We bekijken gezondheid sowieso breder. We gaan bijvoorbeeld ook kijken naar sociale factoren, of arbeidsomstandigheden. Of we organiseren infoavonden over stress en angst, en dan gaat het ook over maatschappelijke oorzaken zoals de hoge werkdruk of armoede.
Het voordeel van het forfaitaire systeem (de groepspraktijken krijgen per patiënten een vast, forfaitair bedrag van de sociale zekerheid, waardoor patiënten geen geld moeten ophoesten als ze naar de dokter gaan, n.v.d.r.) is dat je de mensen kan vragen om preventief langs te komen zonder dat hun dat extra geld gaat kosten. Door op die manier te werken vermijden we niet alleen dat mensen ziek worden. Dat is beter voor hen, voor ons en voor de hele maatschappij.
De medewerkers van Geneeskunde voor het Volk vinden het ook belangrijk om te werken voor een bescheiden loon. Waarom is dat?
Janneke Ronse. Als je als arts in een villa woont en met een peperdure wagen rijdt, dan weet je niet wat het is om plots overvallen te worden met een energiefactuur die hoger uitvalt dan voorzien. Wij merken echter dat net dat soort dingen de oorzaak zijn van heel wat medische problemen. Zonder in te grijpen op die sociale context kun je vaak weinig doen aan de ziekte. Als je daar als hulpverlener te ver van staat, ga je je misschien te veel focussen op de medische aspecten en probeer je het probleem enkel zo aan te pakken. Dat is vaak dweilen met de kraan open.
De groepspraktijken van GvhV zijn ook actiecentra, gelinkt aan de PVDA.
Janneke Ronse. Klopt. We willen bepaalde maatschappelijke problemen aankaarten en er actie rond voeren. Dat vraagt dus ook een zeker budget om daar rond te kunnen werken. Ook daarom vragen we een zeker engagement van ons personeel om te werken aan een iets lager loon om die actiecentra te kunnen uitbouwen. En daar zijn we erg trots op.
Als je echt iets wilt veranderen aan de gezondheid van de mensen, en als je iets blijvends wilt realiseren, dan moet je ook proberen iets te doen aan dat maatschappelijke verhaal.
Hoe moet ik mij dat voorstellen? Wat betekent dat voor de patiënt?
Janneke Ronse. Als een patiënt bij ons komt en een afspraak maakt, dan spreken wij hem of haar wel eens aan over onze maatschappelijke projecten. Soms is dat een vraag om een petitie te ondertekenen, of informeren we over een actie. Nu informeren we vooral onze patiënten over de prijzen van geneesmiddelen en over de besparingen van Maggie De Block in de wijkgezondheidscentra. We vragen hen ook om de grote bevraging in te vullen, omdat we willen weten hoe onze patiënten naar hun stad kijken en wat zij zouden veranderen.
Als ik met een griepje bij jullie langskom, krijg ik dan eerst een politieke speech te horen?
Janneke Ronse. (schaterlacht) Neen, dat gaat heel organisch, hoor. Veel van de problemen waar mensen mee bij ons komen, zijn maatschappelijk gerelateerd. Neem nu iemand met een ernstige infectie die we antibiotica voorschrijven. Bij zo iemand is de sprong naar minister Maggie De Block, die een aantal geneesmiddelen flink duurder maakte, niet zo groot, natuurlijk.
We gaan natuurlijk niet zomaar met elke patiënt die binnenkomt een politieke babbel van tien minuten voeren. Een relatie met een patiënt is ook iets dat je opbouwt waardoor je elkaar beter leert kennen, waardoor je ook de maatschappelijk bekommernissen van de patiënt beter leert kennen.
Patiënten vinden het ook heel goed dat ze iets kunnen doen. Het is dus niet gewoon van: ik ben ziek, schrijf mij iets voor. We komen samen in beweging. Daardoor staan de patiënten sterker en zijn ze beter in staat om zelf iets te doen aan hun gezondheidstoestand. En als de problemen te maken hebben met de woning, of met de arbeidsomstandigheden, dan is de kans natuurlijk groot dat nog andere mensen in dezelfde situatie zitten.
Politieke tegenstanders verwijten jullie dat het politieke werk van GvhV dient om stemmen voor de PVDA te ronselen.
Janneke Ronse. Wie dat zegt, weet niet goed wat wij hier doen. Wij benaderen onze patiënten niet paternalistisch maar emancipatorisch.
Gezondheid is niet een probleem tussen een arts en een patiënt. Er zijn zovele factoren die meespelen bij de gezondheid van een mens. De financiële situatie, de kwaliteit van de woning, de arbeidsomstandigheden … het heeft allemaal zo’n grote invloed op de gezondheid van mensen en je kunt dat echt niet oplossen tussen de vier muren van je dokterskabinet. Wij vinden het onze verantwoordelijkheid als gezondheidswerkers om ook met die factoren aan de slag te gaan. Met enkel medicatie voorschrijven komen we er niet. Als je je werk beperkt tot louter het individuele, dan zeg je vaak impliciet tegen de patiënt dat hij ziek is omdat hij iets niet goed doet.
Dat hoor je tegenwoordig vaak, hè. Als je echt werk wilt, dan vind je dat wel, wordt gezegd. En als je het echt wilt maken, dan kom je er wel. En als je teveel stress hebt op het werk, moet je naar de psycholoog om jezelf weerbaarder te maken. Als mensen, bijvoorbeeld, te kampen hebben met schimmels in hun huis, dan krijgen ze te horen dat ze hun huis beter moeten verluchten en bepaalde producten moeten gebruiken. Daar bestaan hele brochures over. Maar dat legt de schuld bij het individu, terwijl het gaat om structurele problemen: de muren zijn niet onderhouden, het huis heeft constructiefouten … Wij helpen dan die patiënten, opdat de huiseigenaars en de huisvestigingsmaatschappijen die problemen beter zouden aanpakken. Voor ons is dat ook gelinkt aan de andere maatschappij waar we naartoe willen. Wij voeren die strijd samen met onze patiënten. Het verlangen naar een rechtvaardige maatschappij verbindt ons.
Wat vinden de patiënten daarvan?
Janneke Ronse. Nog niet zo lang geleden deden we in onze praktijk in Deurne een enquête waarin we expliciet vroegen aan onze patiënten wat ze vonden van ons politieke werk. Wat bleek? 90% van onze patiënten wist het en 89% vond het positief. Onze patiënten zijn helemaal geen hulpeloze, zielige mensen die zomaar doen wat wij zeggen. Ze zijn echt wel in staat om hun mond open te trekken en te zeggen wat ze denken. Dat maakt het juist zo boeiend om met hun in gesprek te gaan. Iedereen van elke strekking is trouwens welkom. De mensen weten dat wij een actiecentrum van de PVDA zijn. Wij zijn daar heel open over en ze ondersteunen dat.
Jullie halen ook flink uit naar de prestatiegeneeskunde. Kunt u eens uitleggen wat dat is?
Janneke Ronse. Bij de prestatiegeneeskunde wordt van de patiënt verwacht dat hij betaalt elke keer hij ziek is. Remgeld, zo heet dat bedrag. Dat komt erop neer dat hoe vaker je ziek bent, hoe meer je zelf zult betalen. De ziekste mensen betalen dus het meest. En we weten al: ziek word je heel dikwijls omdat je je economisch in een moeilijke sociale situatie bevindt.
Dat gaat natuurlijk lijnrecht in tegen onze visie. Gezondheidszorg zou absoluut gratis moeten zijn voor iedereen. Je moet de mensen behandelen naargelang hun noden en niet naargelang hun portefeuille.
Wist je dat 900.000 Belgen gezondheidszorg uitstellen om financiële redenen? Dan zie je de problemen natuurlijk pas als ze al erger zijn. Iemand met een verkoudheid zie je als hulpverlener dan bijvoorbeeld pas als dat een longontsteking is geworden. Dat is niet goed voor die persoon, maar ook niet voor de maatschappij.
Betekent dat dat jullie de komende jaren focussen op die strijd tegen de prestatiegeneeskunde?
Janneke Ronse. Ja. Onze eerste generatie artsen moest vechten om de ‘gratis’ geneeskunde te mogen uitoefenen. De conservatieve artsen werden toen gesteund door de Orde der Geneesheren. Nu vervult Maggie De Block die rol. Zij voert een regelrechte aanval uit op de forfaitaire praktijken. Het blijft ontzettend belangrijk om dat systeem van sociale geneeskunde en die visie te verdedigen. En dat gaat zowel om het verdedigen van het systeem van forfaitair te kunnen werken, als de strijd voor betaalbare geneesmiddelen.
We willen er ook voor zorgen dat mensen naar de specialist kunnen indien nodig, zonder dat daar zware financiële kosten aan vast hangen. Iemand die ernstig ziek wordt, valt vandaag gemakkelijk in armoede. Dat is toch zeer erg in een van de rijkste landen ter wereld? Het is beschamend dat er zoveel mensen gezondheidszorg uitstellen, terwijl je weet dat het geld er is. Denk maar aan de enorme bedragen die in de farmaceutische industrie over de toonbank rollen.
Jullie breken een lans voor wijkgezondheidscentra, zoals de elf groepspraktijken van Geneeskunde voor het Volk er zijn, als een sociale vorm van eerstelijnsgeneeskunde, maar zijn er daar voldoende van?
Janneke Ronse. Als je kijkt naar het aantal centra in België, dan heeft nog lang niet elke patiënt de keuze om zich een gelijkaardig centrum in te schrijven. In de hele provincie West-Vlaanderen zijn er, bijvoorbeeld, maar enkele wijkgezondheidscentra. Zelfs in de stad Antwerpen zijn er hele buurten en wijken waar je niet in een wijkgezondheidscentrum terecht kunt. Wij vragen inderdaad ook in het gemeentelijk verkiezingsprogramma van de PVDA om te gaan investeren in die centra.
Er is structureel een probleem rond de eerstelijnsgeneeskunde. De bestaande wijkgezondheidscentra trekken steeds meer patiënten aan, en dat is goed, maar voor veel mensen wordt het ook gewoon een probleem om een huisarts te vinden. De visie van de minister vertrekt helemaal niet vanuit die eerstelijnsgezondheidszorg. Het mag in elk geval geen eerste lijn zonder financiële drempels zijn.
Geneeskunde voor het Volk weigert mee te werken aan een doorlichting van de wijkgezondheidscentra die minister De Block organiseert. Waarom werken jullie niet mee?
Janneke Ronse. De besluiten van de minister liggen al vast. Haar visie is dat prestatiegeneeskunde beter is, omdat dat beter aansluit bij haar neoliberale ideologie. De audit is zo opgesteld – en wordt nu ook zo uitgevoerd – dat het alleen maar een manier is om de besparingen op de wijkgezondheidscentra te verantwoorden. Besparingen die de minister toch al wilde doorvoeren. Het is helaas niet de bedoeling om verbeteringen aan te brengen, maar wel om op het budget te gaan beknibbelen. Wij gaan haar niet de stok bezorgen waarmee ze ons kan slaan.
Zijn jullie dan tegen een doorlichting?
Janneke Ronse. Op zich helemaal niet, maar dan moet het wel op een correcte en wetenschappelijke manier gebeuren. Dan moet er ook inspraak zijn van de actoren in het veld. Nu zit er in de commissie die de audit doet niemand van de verenigingen van de wijkgezondheidscentra en niemand van de ziekenfondsen. Nu zitten daar enkel het ministerie, het kabinet-De Block en het Riziv samen.
Bovendien wordt de audit uitbesteed aan het private consultancybureau KPMG dat net gekend staat om zijn lobbywerk inzake privatisering van de gezondheidszorg.
Janneke Ronse. Wat nogmaals bevestigt wat het uiteindelijke doel is, hè. In Groot-Brittannië heeft KPMG mee de privatisering van de Nationale Gezondheidsdienst NHS geregeld. De eerstelijnsgezondheidszorg is daar nu in handen van de privé. Het is een beetje alsof je Dracula zou vragen om de bloedbank door te lichten.
Het is onaanvaardbaar dat zo’n bedrijf, met zulke belangen, zo’n doorlichting mag doen. Nochtans is er een kenniscentrum dat enkele jaren geleden al een studie deed, en dus beschikt over de nodige expertise. De minister had dat centrum gerust kunnen vragen om die studie over te doen op een grotere schaal.
Waarom heeft ze dat niet gedaan?
Janneke Ronse. Het probleem voor de minister is natuurlijk dat uit die studie blijkt dat wij helemaal niet duurder werken dan de prestatiegeneeskunde en dat we bovendien kwalitatief goed werk leveren. Maar dat is natuurlijk niet het soort resultaat waar zij naar op zoek is.
Het is dus een ideologische keuze?
Janneke Ronse. Het totale budget van de lonen van de artsen bedraagt in België ongeveer 8 miljard euro. Daarvan vloeit zo’n 6,7 miljard naar – vaak veel te hoge – honoraria van artsen-specialisten en amper 157 miljoen, of 2%, naar de wijkgezondheidscentra. En waar wil de minister op besparen, denk je? Op die 2%. Dat toont toch aan dat financiële argumenten niet doorwegen, maar dat het inderdaad gaat om een ideologische keuze.
We verwachten dat De Block de resultaten van de audit zal gebruiken om nog meer te besparen. Wij bereiden ons voor om medewerkers, sympathisanten en de patiënten van de wijkgezondheidscentra – en dat gaat toch om 300.000 mensen in totaal – te mobiliseren.
Red de sociale geneeskunde
Minister Maggie De Block wil besparen op groepspraktijken als die van Geneeskunde voor het Volk. Daarmee komt de sociale geneeskunde in gevaar en glijden we weer af naar centengeneeskunde. Op de website reddesocialegeneeskunde.be kun je een boodschap achterlaten voor Maggie De Block.
Dit artikel komt uit Abonnement.
Reageren op dit artikel? Mail naar redactie@solidair.org.