Hoe studenten een regering deden vallen. Een gesprek met Gabriel Nadeau-Dubois, woordvoerder van de studentenbeweging in Quebec in 2012
Van februari tot september 2012 kende de Canadese provincie Quebec haar Esdoornlente. Studenten en hele lagen van de bevolking kwamen op straat uit protest tegen de plannen van de rechtse regering van Quebec om het inschrijvingsgeld met 75% te verhogen. Op een bepaald moment waren 305.000 van de 400.000 studenten in staking. De enorm creatieve beweging deed de regering vallen, de verhoging van het inschrijvingsgeld werd teruggedraaid. Maar meer nog dan een kwestie van het inschrijvingsgeld, ging het om een botsing van twee maatschappijvisies. De regering wou meer het Amerikaanse model volgen, terwijl de studenten streden (en nog steeds strijden) voor een maatschappijmodel op basis van gelijkwaardigheid. We spraken met de woordvoerder van de studentenbeweging, Gabriel Nadeau-Dubois, en blikken terug op deze periode.
Gabriel Nadeau-Dubois op ManiFiesta 2015 (19 september) : info en tickets op www.manifiesta.be.
Tenir tête (het hoofd bieden), zo heet het boek dat Gabriel Nadeau-Dubois schreef over de studentenstrijd van 2012 in Quebec1. De woordvoerder van CLASSE (Coalition Large de l’Aassociation pour une Solidarité Syndicale Étudiante, studentenvakbond en motor van de beweging n.v.d.r.) was onlangs in Brussel om zijn boek voor te stellen.
“Om deze zaak helemaal goed te begrijpen moet je weten welke positie Quebec inneemt in het politieke ecosysteem van Noord-Amerika”, begint Nadeau-Dubois. “Op het vlak van hoger onderwijs, en zelfs in andere sectoren, is Quebec een buitenbeentje. Heel het continent volgt de lijn van de VS. Een neoliberaal model waar het inschrijvingsgeld oploopt tot 30.000 dollar per jaar, zoals in de grote Amerikaanse universiteiten. Ook Canada volgt die lijn. Maar Quebec dus niet. Daar ligt het inschrijvingsgeld rond de 1.500 dollar per jaar. Een anomalie.”
“In 2012 zei de regering van Quebec: ‘We gaan de normaliteit herstellen.’ De tarieven moesten op dezelfde hoogte komen als elders in Noord-Amerika. Dat hebben de liberalen duidelijk gezegd. Onze toenmalige minister van Financiën sprak van een ‘culturele revolutie’. Wat wou dat zeggen? De regering wou afstappen van het solidariteitsmodel en het inschrijvingsgeld binnen de vijf jaar met 75% verhogen. Ze wou deze ‘historische’ anomalie rechtzetten. Daardoor was de reactie van de studenten en de bevolking ook zo hevig in 2012. Ik schrijf het trouwens in mijn boek: officieel was de inzet van de confrontatie de verhoging van het inschrijvingsgeld, maar beide kampen wisten goed dat het conflict over meer fundamentele waarden ging. Beide kampen wisten wat ze te verliezen hadden toen ze de grote strijd van 2012 begonnen.”
Uw ouders waren actief in de vakbond. Is het engagement u met de paplepel ingegeven?
Gabriel Nadeau-Dubois. Letterlijk, ja. Het is zelfs genetisch, denk ik. Voor mij was het niet meer dan normaal dat ik mij engageerde in de studentenbeweging. Mijn ouders dachten er net zo over. Zij hebben elkaar trouwens leren kennen tijdens een studentenstaking in Quebec. Ik ben verwekt tijdens een studentenstaking. (lacht)
Bij ons werd aan de keukentafel over politiek gesproken. Ik herinner me dat ik hele schoolvakanties doorbracht bij politieke organisaties. Ik luisterde. Destijds dacht ik dat ik er niet veel van begreep, maar ik besef nu in welke mate mij dat gevormd heeft.
Hoe hebben jullie zich georganiseerd in de beweging van 2012?
Gabriel Nadeau-Dubois. We hebben ons weten te organiseren op basis van vrij elementaire zaken. Binnen CLASSE beslisten we om eerst te focussen op de verhoging van het inschrijvingsgeld. Dat was de concrete inzet waarrond we ons organiseerden en dat is een van de redenen van ons succes. Voor ons was het duidelijk dat we op lange termijn streefden naar gratis onderwijs. Maar dat was niet waarvoor we staakten, omdat we wisten dat het een onrealistische doelstelling was. In die tijd was de regering al negen jaar aan de macht. We wisten dat we concreet moesten zijn om daartegen te vechten.
U schreef: “250.000 mensen, die komen niet op straat omdat ze geen 1.625 dollar extra willen betalen…” Hoe hebt u het eisenpakket verruimd?
Gabriel Nadeau-Dubois. Dat heeft wat tijd gekost. Het was belangrijk werk. We hebben zes maanden gestaakt. In het begin was het niet gemakkelijk. Sommigen zeiden dat we moesten staken tegen het kapitalisme. Maar wij zeiden: opgepast, we hebben eerst een elementair eisenpakket nodig om een zo breed mogelijk front te hebben. We hebben wel steeds voor ogen gehouden dat we de beweging moesten verbreden en politiek vormen.
Na twee maanden staken werd duidelijk dat het meer was dan een strijd van studenten. Want degenen die de aanval inzetten op de studenten, zijn dezelfden die willen knippen in de vakbondsrechten, in het stakingsrecht… Het zijn mensen die dezelfde belangen hebben, in dezelfde politieke partijen zitten, in dezelfde raden van bestuur van grote bedrijven zetelen… Ze vormen een elite die onderwijs ziet als een investering in menselijk kapitaal. Een kind is voor hen een toekomstige werknemer. Het is tegen hen dat we moesten strijden en niet alleen tegen de liberale regering.
Maar je mag niet van het algemene vertrekken om tot het specifieke te komen. Je moet het omgekeerde doen. Beginnen met iets zeer concreets, en daarna kun je hoger kijken. We begonnen de campagne met de slogan “Samen houden we de verhoging tegen”, niet “Samen maken we de ecosocialistische revolutie”.
Van buitenaf gezien kan die eis zeer beperkt lijken. Maar voor ons was het een springplank om een kritische discussie te lanceren over het beleid in Quebec de voorbije tien jaar. Voor ons was de verhoging van het inschrijvingsgeld nog maar eens een voorbeeld van de verontrustende politieke koers. Zo zijn we erin geslaagd na enkele maanden duizenden mensen mee te krijgen in het protest.
Jullie werden soms zwaar aangepakt in de media. Hoe slaagden jullie er toch in jullie boodschap over te brengen?
Gabriel Nadeau-Dubois. Wij hebben met CLASSE gedaan wat alle linkse politieke organisaties – vakbonden, studenten, werknemers… – zouden moeten doen: we hebben eerste de beweging uitgebouwd met onze leden. Bij ons ging het om 150.000 mensen. Dat was toch een werk van tweeënhalf jaar van politieke vorming. We hebben onze interne eisen eerst op punt gesteld. Eenmaal dat gedaan, kwamen we naar buiten en konden we ons richten op de publieke opinie.
Hoe zijn jullie daar concreet in geslaagd?
Gabriel Nadeau-Dubois. We zijn begonnen in 2009. Met petities, symbolische acties. Dat heeft de regering niet doen wijken. Maar, twee jaar later was de vraag: gaan we staken of niet? We hadden voordien al alles geprobeerd. Maar zelfs toen we de eerste keer stemden over al dan niet staken, haalde ja het maar met 12 stemmen op 1.800 studenten. Dat was een cruciale stemming voor het vervolg van de beweging. Twaalf stemmen verschil, dat toont hoe fragiel het debat aanvankelijk was. Het toont aan dat die formidabele beweging maar tot stand is kunnen komen door elke dag opnieuw te mobiliseren en te sensibiliseren. Als je dat vergeet, dreig je de hele beweging te verliezen.
Na die eerste cruciale stemming, schoot de beweging helemaal uit de startblokken. In de daaropvolgende algemene vergaderingen was het antwoord massaal ja. We waren er klaar voor en toen is de bal helemaal aan het rollen gegaan.
De liberale regering heeft geprobeerd jullie op te zetten tegen de werkende bevolking, niet?
Gabriel Nadeau-Dubois. Als ik erop terugblik, was dat een zeer moeilijke periode. De regering zette de studenten op tegen de werkende bevolking. Studenten waren volgens de regering “bevoorrechten uit de hogere middenklasse” en het kon toch niet dat de werkende mensen “de opleiding van kinderen van dokters moeten betalen met hun belastinggeld”… De regering noemde de verhoging van het inschrijvingsgeld “sociaal rechtvaardig”.
In de media werd dat discours voorgesteld als progressief. De studenten moesten hun “rechtvaardig deel” betalen. En dat deel moest hoog genoeg zijn, vond de regering, omdat studenten een groot persoonlijk voordeel halen uit hun diploma.
Wij hebben geprobeerd om dat verhaal om te draaien. Wij vonden integendeel dat alle jongeren – allemaal – het recht hebben om te studeren. Wij verdedigden de stelling dat onderwijs niet alleen het individu verrijkt maar de hele maatschappij, dat het sociale voordeel zwaarder weegt dan het individuele voordeel.
Jullie hebben de regering doen vallen. Hoe ging dat?
Gabriel Nadeau-Dubois. We hebben zoveel druk uitgeoefend op de regering dat het voor haar niet meer houdbaar was. Drie kwart van de studenten in Quebec wilden niet meer terug naar de klas gaan. De universiteiten en de regering begrepen na drie maanden studentenstaking dat zij moesten plooien.
De beweging was enorm creatief. Hoe kwam dat?
Gabriel Nadeau-Dubois. Het leek misschien spontaan, maar dat kwam niet uit de hemel vallen. De omstandigheden die die uitbarsting van creativiteit mogelijk maakte, waren de stakingsmaanden die eraan vooraf gingen. Toen de mensen beslisten dat het tijd was voor een staking tot de finish, beseften ze dat ze een ruimte hadden gecreëerd voor vrijheid. En werden ze politiek bewuster.
U schrijft dat “de staking de beste vorming was en bovendien gratis”. Wat bedoelt u daarmee?
Gabriel Nadeau-Dubois. In de loop van de strijd gebeuren ongelooflijke dingen. Alle dagen deden we aan politiek, terwijl men anders maar een keer om de vier jaar aan politiek doet. De mensen gaan stemmen en dan is het gedaan. Dat is tenminste wat de regeringsleiders willen.
Maar politiek is veel meer dan de verkiezingen. We vergaderden alle dagen over wat we gingen doen, we deden alle dagen aan politiek. Dat proces op zich was al een vorm van politieke opvoeding. We moesten vertrouwen op het proces, dat tot politisering zou leiden, een linkse politieke radicalisering. Het was een natuurlijk proces.
We hebben ongelooflijke dingen gezien. Mensen die in mei tegen de staking waren en voor de verhoging van het inschrijvingsgeld, kwamen toch mee aan het piket staan. Ze blokkeerden de deuren van de universiteit uit principe. Ze zeiden: “We zijn zelf tegen de staking, maar de beslissingen van onze algemene vergadering moeten gerespecteerd worden. We hebben collectief voor de staking gestemd, dus moeten we die beslissing collectief verdedigen.” Die reflex om beslissingen die collectief genomen zijn, te verdedigen en boven het persoonlijke belang te stellen, is uitzonderlijk. De opposanten, die een groene sjaal droegen, trotseerden de flikken om een stelling te verdedigen waarmee ze het niet eens waren.
Dat geeft een heel ander beeld van de jeugd, waarvan vaak gezegd wordt dat ze “apolitiek” is.
Gabriel Nadeau-Dubois. Het idee dat jongeren niet politiek bewust zijn, is geen feit, dat is een politiek standpunt. Mensen die dat zeggen, doen dat omdat het hen goed uitkomt, omdat ze zich zelf als politieke leiders hebben afgekeerd van het algemeen belang. En omdat zij zo zijn, denken ze dat ook de jongeren zo zijn.
Eigenlijk zijn het die politici die de politiek in de steek laten. Zij denken niet meer aan wat Quebec zou kunnen worden. Nochtans is Quebec een uniek systeem op een continent dat voor de rest verkocht is aan het neoliberalisme.
De beweging van 2012 is een reactie op die keuze. Het is daarom dat de liberalen koppig vasthouden aan de verhoging van het inschrijvingsgeld. Dat past in een globaal kader van aanpassen aan de lijn van de Amerikaanse politiek. Want financieel is de inzet niet zo belangrijk. Het gaat maar om een paar miljoen dollar, het is een symbolische strijd.
Jullie hebben de regering doen vallen. Wat is daarnaast de grootste verwezenlijking van de beweging?
Gabriel Nadeau-Dubois. De afschaffing van de verhoging van het inschrijvingsgeld. We hebben die strijd gewonnen, dat mogen we toch niet vergeten. De liberalen wilden het inschrijvingsgeld met 75% verhogen. En dat is niet gebeurd. Dat is nog geen stap naar gratis onderwijs natuurlijk. Maar we zijn de enige sociale beweging in Quebec in 30 jaar die de regering heeft kunnen doen wijken.
Links moet eens ophouden zo defaitistisch te zijn. We boeken echt wel overwinningen. Sommigen vinden dat we de studentenstrijd van 2012 verloren hebben, omdat we volgens hen op alle domeinen hadden moeten winnen. We hadden het hele systeem moeten omverwerpen. Maar wie zoiets zegt, staat mijlenver af van de realiteit. We moeten het overal uitschreeuwen, dat we gewonnen hebben. We hebben samen gewerkt en dat is gelukt. En we hebben de kiemen gezaaid voor de toekomst.
In mijn boek vergelijk ik het met een golf. Een golf zie je komen en je hoort ze tegen de oever slaan. Daarna trekt ze weg en je hebt de indruk dat ze niks heeft achtergelaten. Maar daarna komt er een nieuwe golf. En ook die komt uit dezelfde oceaan. (De Quebecse studentenbeweging kent momenteel trouwens een nieuwe golfbeweging, n.v.d.r.)
U voert nu een milieustrijd. Kunt u dat even uitleggen?
Gabriel Nadeau-Dubois. De multinational TransCanada wil een oliepijpleiding van 4.600 kilometer aanleggen. Die pijpleiding doorkruist het land met alle risico’s van dien op sociaal vlak en milieuvlak.
Het is een heel andere strijd dan die van de studentenbeweging. De enige gelijkenis is het brutale politiegeweld dat we over ons krijgen. De studentenbeweging is syndicaal georganiseerd. De strijd tegen de pijplijn wordt gevoerd door gewone burgers die besloten hebben zich te organiseren in burgercomités. Het is een beweging die nog in opbouw is.
U steunt de beweging ook financieel.
Gabriel Nadeau-Dubois. Ik heb ooit een literaire prijs van 25.000 dollar gewonnen. Dat geld wou ik niet voor mezelf houden. Ik wou er iets constructiefs mee doen. Ik heb het dus aan de beweging gegeven en daarbovenop de operatie “Verdubbel de inzet” gelanceerd. De bedoeling was om daarbovenop nog eens 25.000 dollar in te zamelen. Uiteindelijk hebben we 400.000 dollar opgehaald. Hoe valt dat enthousiasme te verklaren? Ik weet het niet. Het is gek. Het toont hoe boos de mensen zijn op TransCanada. Dat is fantastisch. Als zoiets gebeurt moet je gewoon “wow” zeggen en ervan profiteren.
Toen we dit interview voorbereidden, hebben we een nieuw woord geleerd: astroturfing. Kunt u dat eens uitleggen?
Gabriel Nadeau-Dubois. Dat is een politieke strategie die in de Verenigde Staten door rechts werd gecreëerd. Het is het tegenovergestelde van het woord “grassroots”, dat in de Angelsaksische politieke cultuur verwijst naar bewegingen met wortels in het lokale verenigingsleven. Astroturfing verwijst naar het gras dat op golfterreinen wordt gebruikt, kleine gazons die men op de terreinen legt en die niet in de grond geworteld zitten. Dat is astroturfing: mooie kleine groene gazons uitrollen en dan zeggen “Kijk, het groeit”, terwijl het helemaal niet groeit. Kortom, het is een politieke strategie die doet alsof ze sterk verankerd is onder de bevolking. De Tea party in de Verenigde Staten is bijvoorbeeld een immense astroturfingoperatie.
In Quebec was er ook zo’n astroturfingoperatie. Een parallelle studentenbeweging voerde actie tegen de studentenstaking. Alleen, het was geen sociale beweging, maar een Facebookgroep. En die werd in de media opgevoerd als een sociale beweging.
In de strijd tegen de pijpleiding gebeurt hetzelfde. In de media lekte een communicatieplan van TransCanada uit, waarin zwart op wit stond: “We moeten mensen betalen om te doen alsof ze burgers zijn die het project steunen.” Letterlijk. Dezelfde week zijn ze aan een massaal tegenoffensief begonnen. Astroturfing is een politieke strategie die nog zal toenemen en die overal aanwezig is.
Als u wordt uitgenodigd door de media, spreekt u veel over de besparingen in Quebec. Hoe erg zijn die?
Gabriel Nadeau-Dubois. In de ranglijst van plaatsen waar de besparingen het radicaalst zijn, staat Quebec op de derde plaats. Japan, Australië en Quebec delen het podium.
Er wordt zeer snel gesnoeid in de openbare uitgaven. En overal. In mijn universiteit werden de diensten voor gehandicapten afgeschaft. De regering bijt er zich echt in vast. Ze zijn echt hun revolutie aan het waarmaken.
Ze ontmantelen het sociale systeem van Quebec, met name de gezondheidszorg. Ze veramerikaniseren Quebec. Ze willen er een staat van de Verenigde Staten van maken. Nergens in Noord-Amerika is er meer maatschappelijke gelijkheid dan in Quebec. Maar de regering is die “achterstand” aan het inhalen.
Hebt u een boodschap voor de studenten in België en voor onze lezers?
Gabriel Nadeau-Dubois. Mijn boodschap is duidelijk. En overal waar ik kom, zeg ik hetzelfde: het voornaamste is dat we het heersende maatschappelijke discours omverwerpen. Er wordt ons gezegd dat het individu almachtig is, dat wie hard werkt zal slagen, dat het collectief niets voorstelt. Die boodschap moeten we omdraaien. We moeten een politiek verhaal vertellen dat duidelijk maakt dat we individueel niets kunnen doen tegenover de gevestigde orde, maar wel als we collectief handelen.
In mijn boek schrijf ik dat de rijken wél goed begrepen hebben dat ze als groep overwinningen kunnen boeken.
Onze slogan in 2012 was “Samen blokkeren we de verhoging”. Maar in het begin stond er nog een stuk voor: “Alleen tegenover je schulden, samen blokkeren we de verhoging”. Je staat alleen met je factuur, alleen op je werk, alleen in je klas, enzovoort, maar samen kunnen we de verhoging van het inschrijvingsgeld tegenhouden. Tegenover de objectieve problemen van de realiteit, kunnen we samen iets doen. Dat klimaat moeten we creëren. We werken eraan, maar het is er nog niet.
De westerse cultuur probeert ons constant het omgekeerde wijs te maken, maar de Grieken zijn bijvoorbeeld bezig ons te tonen dat het kan. Al blijft het natuurlijk niet gemakkelijk. Links kan winnen.
1. Tenir tête, Gabriel Nadeau-Dubois, 2013, Lux Editeur
* Charlie Le Paige is voorzitter van PVDA-jongerenbeweging Comac. Nele Van Parys is verantwoordelijke van Comac Gent
Reageren op dit artikel? Mail naar redactie@solidair.org.