Een serieuze “boenk uitdelen aan het establishment”
Peter Mertens: "Ik vind echt dat het zo niet verder kan. De kritiek op het gegraai van de politieke kaste in Europa móet beenhard zijn. Ik zie niet in waarom wij de kritiek aan extreemrechts zouden moeten overlaten. En ik ben er rotsvast van overtuigd dat als je Marine Le Pen, Geert Wilders, Filip Dewinter en noem maar op wil tegenhouden, dat je dat dan moet doen met een linkse parler vrai, een linkse taal met ballen."
Het lijkt goed te gaan met de PVDA. De peilingen zijn goed, de partij is populair in het zuiden van het land, maar scoort ook in Vlaanderen met de succesvolle deelname van Raoul Hedebouw aan het spelprogramma De Slimste Mens, en nu ook met het verschijnen van jouw nieuwe boek Graailand.
Peter Mertens. Ja, met de passage van Raoul in De Slimste Mens heeft het noorden van het land de woordvoerder van de PVDA ontdekt. Een jonge kerel, met een goede dosis humor, rad van tong, die snel van de ene naar de andere taal overschakelt. De zeer positieve reacties maken dat de factor Raoul ook in het noorden van het land een sterke troef is om de kentering mee te helpen maken.
In de tweede helft van december verscheen ook mijn nieuwe boek, waardoor we ook in de media kwamen. Die twee dingen samen zetten de toon voor 2017 en helpen om de PVDA meer op de kaart te zetten in Vlaanderen. Al blijft het werk op het terrein natuurlijk het belangrijkste.
In een interview zei je dat je met je nieuwe boek een klap wilt verkopen aan de elite.
Peter Mertens. Ja, het is een klap, maar dan een met inhoud. En ja, het boek is keihard. Ik vind ook echt dat het zo niet verder kan. De kritiek op het gegraai van de politieke kaste in Europa móet beenhard zijn. Ik zie niet in waarom wij de kritiek aan extreemrechts zouden moeten overlaten. En ik ben er rotsvast van overtuigd dat als je Marine Le Pen, Geert Wilders, Filip Dewinter en noem maar op wil tegenhouden, dat je dat dan moet doen met een linkse parler vrai, een linkse taal met ballen.
Een deel van de politieke kaste is compleet wereldvreemd
Het is gewoon hallucinant wat er gebeurt. Neem nu Jose Manuel Barroso, die een van de machtigste mannen van Europa was. Tien jaar lang leidde hij de Europese Commissie, een van de twee machtigste instituten van Europa. Samen met de Europese Centrale Bank legde die alle landen een dieet van besparingen en bezuinigingen op. De staten werden afgeslankt, de arbeidsmarkt helemaal overhoop gehaald, er werd geprivatiseerd … En wat doet hij nadat hij met pensioen is gegaan? Hij gaat werken voor Goldman Sachs, een van de grootbanken die mee aan de basis liggen van de crisis. Voor 10.000 euro per maand. Daarnaast krijgt hij nog eens 7.000 euro pensioen van de Europese commissie.
Een derde van die hele Europese Commissie doet precies hetzelfde. Karel De Gucht was Europees commissaris van Handel. Nadien is hij gaan werken voor ArcelorMittal, waar hij 144.000 euro per jaar verdient. Alsof het allemaal normaal is dat je een publieke functie zomaar inwisselt voor een job bij een multinational. Hij krijgt dan ook nog eens uitbolgeld van de Europese Commissie.
Neelie Kroes probeerde als Europees commissaris voor Mededinging de taxisector open te breken voor het internationaal taxibedrijf Uber. Ze beloofde altijd dat ze nooit aan belangenvermenging zou doen, maar ze was nauwelijks met pensioen of ze ging bij Uber werken. Komaan zeg! Dat is geen draaideur meer, maar een compleet openstaande schuifdeur. Je bestuurt, je bespaart en nadien loop je naar Goldman Sachs, ArcelorMittal, Uber … en intussen krijg je ook nog een vetbetaalde premie van ons belastinggeld. Zo kunnen we nog een tijdje verder gaan. Ik klaag dat keihard aan, want ik vind dat dit niet kan. En ik stel alternatieven voor. Positieve alternatieven. Dat is de klap die ik wil verkopen.
Hetzelfde gaat op voor Gwendolyn Rutten. Ze is voorzitter van een partij die bijna uitsluitend met overheidssteun werkt. De Open Vld haalt 95 procent van haar inkomsten bij de belastingbetaler. Daarmee is ze recordhouder. En de voorzitter van zo’n staatspartij gaat tegen de PVDA zeggen dat wij alles willen verstaatsen! Zal ’t gaan, ja? De N-VA krijgt van de staat 16,5 miljoen per jaar. En dat wil dan op al de rest besparen! De PVDA krijgt iets meer dan een half miljoen euro per jaar, 350.000 euro te weinig, omdat ze vinden dat de Vlaamse stemmen niet meetellen. Dat is pure pesterij.
Als je met dat soort kritieken komt, word je snel weggezet bij de populisten à la Trump of Le Pen.
Peter Mertens. Omdat wij die zelfbediening aan de kaak stellen? Ja, er zijn er die dat doen omdat ze zelf nog meer bediend wil worden. Kijk naar het salaris van Marine Le Pen: 20.000 euro per maand. Hoe geloofwaardig zijn haar kritieken dan? Als Marine Le Pen aan de macht komt, zal ze hetzelfde doen als Sarkozy, Hollande, Dominique Strauss-Kahn en heel die bende Franse graaiers.
Open Vld haalt 95 procent van haar inkomsten bij de belastingbetaler. Daarmee is ze recordhouder. En de voorzitter van zo’n staatspartij gaat tegen de PVDA zeggen dat wij alles willen verstaatsen! Zal ’t gaan, ja?
Trump zat terecht de hele tijd af te geven op Hillary ‘Wall Street’ Clinton, maar iedereen wist dat hij precies hetzelfde zou doen. Er hebben nog nooit zoveel miljardairs in een regering gezeten. Trump heeft een kabinet samengesteld van Goldman Sachs- en ExxonMobil-miljardairs. Dat wordt een compleet rariteitenkabinet dat aan mekaar hangt van het grote gegraai van de miljonairs. Dat is jaloeziepopulisme van mensen die zelf aan de knopjes willen draaien. Het rechtse populisme is meer zelfbediening, meer gegraai, en dan iedereen tegen iedereen opzetten.
Wij hebben andere principes. Wij hanteren wat ik in mijn boek de code-Colau noem. Ada Colau is sinds 2015 burgemeester van Barcelona. Ze verlaagde zelf haar loon van 8.000 naar 2.000 euro. Waarmee ze zegt: “Wij staan in dienst van het volk, waarom zouden wij dan vier keer meer verdienen?” Wij doen dat ook. De PVDA-volksvertegenwoordigers Raoul Hedebouw en Marco Van Hees verdienen 1.700 à 1.800 euro per maand. Al de rest staan ze af aan de campagnes van de PVDA. Sommige mensen zeggen: “Ja, het is gemakkelijk als ge klein zijt”. Maar de dokters van Geneeskunde voor het Volk doen dat al veertig jaar: zij zijn begonnen met de code-Colau. Al de kaderleden van de PVDA, ook ikzelf, leven met een gemiddeld arbeidersloon.
Dat is nu net het verschil. Wij bieden niet alleen in woorden, maar ook in daden een alternatief. Met gratis geneeskunde voor wie het nodig heeft, door te leven met een gemiddeld arbeidersloon, door te praten op een manier die iedereen verstaat, door de politiek te democratiseren.
Wij brengen een nieuw soort politiek in het parlement. Als de new kids in town proberen we alle potjes te openen. Alles wordt daar al honderd jaar lang geregeld in achterkamertjes, een commissietje hier, een restaurantbezoekje daar. En ineens komen daar twee vrolijke jongens binnenlopen, die nog sympathiek zijn ook, die humor hebben en die principieel zijn. Daar worden ze zot van in dat parlement. En dus mogen PVDA-volksvertegenwoordigers Raoul en Marco in verschillende commissies niet binnen: Optima, Kazachgate, de smeergeldaffaire. Alleen de partijen die bij de zaak betrokken zijn, mogen het onderzoek voeren. Komaan zeg! Het is zoals Raoul zegt: ze zitten met de peut. Omdat wij op een andere manier aan politiek doen. Omdat wij al die 10.000 euro-politiekers een spiegel voorhouden. Wij gooien dus een steen in de kikkerpoel. Wij hebben principes en zijn met Raoul ook nog eens grappig en sympathiek. Dat is voor hen een vervelende combinatie. Daarom noemen ze ons populisten.
In Knack zeg je dat je de kiezers van Marine Le Pen en het Vlaams Belang wilt terughalen.
Peter Mertens. Een deel van de politieke kaste is compleet wereldvreemd. Met 10 tot 20.000 euro per maand leven ze in een totaal andere wereld. Na de Brexit sloegen ze dat arrogante toontje aan: “Het is de schuld van de lompe mensen.” Mensen hebben schrik voor hun toekomst. Sommigen hebben hun job verloren. Ze moeten mekaar beconcurreren op de wachtlijst voor een sociale woning of voor een plek in een rusthuis voor hun ouders. Op de arbeidsmarkt wordt pure sociale dumping toegelaten. Het is de concurrentie van iedereen tegen iedereen. Dat mensen dan gaan stampen naar wie nog lager op de ladder staat, is een gevolg van 25 jaar neoliberale afbraak.
Ik ben dat arrogante toontje van veel politici tegenover mensen die hun angst voor de toekomst formuleren, kotsbeu. Neem nu Hillary Clinton. Zij snapt niets van wat er gebeurt in de grote industriezones in de Verenigde Staten. Ze is totaal vervreemd van al de mensen die decennialang Amerika echt “great” hebben gemaakt. Ik was niet voor de Brexit, maar als ik hoor wat voor verhalen er verteld worden over de working class in Great Britain … Ik erger mij ook aan dat arrogante toontje over wat er gebeurt in de grote steden van ons land, over de mensen die het beu zijn en ”foert” stemmen.
We moeten die mensen een perspectief bieden en zeggen: “Ja, we begrijpen jullie, maar jullie tegenstander is niet die persoon onderaan de ladder, maar de klasse bovenaan.” We moeten samen vechten voor betaalbare woningen en zorg, voor een plek op school voor elk kind, voor behoorlijke jobs, enzovoort.
Ja, wij gaan in dialoog met die mensen, wij willen hen terug in de actieve politiek betrekken om collectief iets te veranderen. Dat is het perspectief dat wij bieden. Wij kijken niet neer op die mensen. En dat stoort de elite verschrikkelijk. Wat zijn dat voor democraten, die een vierde van de bevolking politiek, democratisch en ethisch afgeschreven hebben? Dat zijn dan liberale democraten! Ik word daar kwaad van. Een deel van mijn boek gaat daarover. Dat soort politiek voedt de antipolitiek. Dus ja, wij willen die stemmen van het Vlaams Belang terugwinnen. We willen stemmen terugwinnen van de N-VA. Dat zijn mensen die hoopten op de kracht van verandering, maar die alleen hun bankrekening zagen slinken. Voor wie moeten die mensen straks stemmen, voor het Vlaams Belang of voor de PVDA? Wij zeggen hen: “Stem voor de PVDA. Maak niet nog eens dezelfde fout.”
In het boek spreek je niet alleen over het graaien van de politieke klasse, je hebt het ook over miljonairs die er alles aan doen om geen belastingen te betalen.
Peter Mertens. De grootgraaiers zijn niet de politiekers. Dan hebben we het over firma’s die worden opgericht in Panama en de Bahama’s, om miljarden te verstoppen. We spreken dan over hele constructies die worden opgericht door de miljonairsklasse van deze planeet. De klasse die zich steeds meer rijkdom toe-eigent ten koste van al de rest.
Wij hebben principes en zijn met Raoul ook nog eens grappig en sympathiek. Dat is voor hen een vervelende combinatie.
Wij zijn voor een zerotolerancebeleid tegen fiscale paradijzen en een lik-op-stukbeleid tegenover de fraudeurs. Wij zijn voor de harde aanpak van de fiscale ontwijking. Maar het grote probleem is dat je die miljonairsklasse niet los kan zien van de politieke klasse. Om hun legale-fraude-kapitalisme in stand te kunnen houden, hebben die grootgraaiers politici nodig die wetten op hun maat schrijven en hun de hand boven het hoofd houdt. Dat zijn dan de 10.000 euro-politiekers, die als beloning voor bewezen diensten na hun politieke carrière bij Proximus, Uber of een ontduikings- of ontwijkingsbedrijf terechtkomen.
Is een hoog inkomen voor politici niet de beste manier om omkoperij tegen te gaan?
Peter Mertens. Dat is larie en apekool. Het is net andersom. Als je mensen verslaafd maakt aan de idee dat ze 10.000 euro per maand moeten hebben omdat ze anders niet kunnen werken, dan willen ze 20.000 euro. Laat de politiekers werken voor 4.000 euro, dat is ons concreet voorstel voor een loonnorm in de politiek, ook al zijn we voor onszelf veel strenger. Maar als je snel geld wilt verdienen, blijf dan alsjeblief weg uit de politiek. Daarom hameren wij op dat punt van de 10.000 euro-politiekers. Voor wie rijden zij? Voor de multinationals, voor AB InBev, voor een projectontwikkelaar, voor een of andere lobby, of voor de bevolking? Niemand weet het op den duur nog.
Je had het al over de code-Colau. Maar in het boek benadruk je ook dat we geen partij zijn die van de ene receptie naar de andere loopt, maar een grassrootspartij. Kun je dat eens uitleggen?
Peter Mertens. Aan politiek doen, is gewoon mensenwerk. Dat wordt dikwijls vergeten. Het is mensen in beweging brengen, enthousiasmeren, organiseren, het debat aangaan. De arbeidersbeweging, de vrouwenbeweging, de minderhedenbeweging, de LGBT-beweging … De bewustwording van grote groepen in onze samenleving is vandaag opnieuw heel erg nodig.
Dat gaat soms om lokale thema’s. Er wordt ergens een nieuwe gevangenis gebouwd. Hoe ga je daarmee om in de wijk? Er sluit een lokaal zwembad. Hoe reageer je daarop? Er is een probleem van fijnstof en astma. Hoe los je dat op? Maar soms zijn het ook nationale thema’s. Uit alle enquêtes blijkt, bijvoorbeeld, dat de mensen het niet zien zitten om langer te werken, en toch zeggen alle politieke partijen – van liberalen tot en met groenen – dat de mensen langer moeten werken.
Wij niet. Niet omdat wij ambetanteriken zijn, wel omdat wij dagelijks mensen ontmoeten die het niet zien zitten om langer te werken. Doe dat maar eens, vanaf achttien jaar in wisselende ploegen, veertig jaar lang. Dan ben je gewoon kapot. Niemand wil bij zijn pensioen rechtstreeks naar het ziekenhuis of naar het crematorium. Elke dag trekken die mensen ons aan de mouw om te zeggen: wij kunnen dat niet. De enigen die dat vertalen, zijn wij. Populisme, roepen ze dan. Maar ze zijn gewoon vergeten wat het is om volksvertegenwoordiger te zijn.
Jullie gaan er prat op dat jullie de stem van de gewone man, de stem van de straat terug naar de politiek en het parlement brengen.
Peter Mertens. Raoul leest in het parlement uit zijn rode atomaschriftje vaak de verhalen voor van al die mensen die het niet zien zitten om te werken tot 67 jaar. Wij hebben al die verhalen aan de basis verzameld, dikwijls op straat. En wij brengen die verhalen in het parlement. Denk je dat we dat doen om Raoul interessant te maken? Neen, we doen dat omdat we dat beloofd hebben. Omdat we willen dat de stem van die mensen eindelijk in het parlement komt. En daarna brengen we de video daarvan via YouTube of Facebook weer bij de mensen. Dat wordt dan een miljoen keer bekijken. De meest bekeken filmpjes van Raoul zijn niet die van De Slimste Mens, hè. Dat zijn die van Raoul in het parlement.
Wat opvalt, is dat zowel jij, Raoul, als de andere boegbeelden van de partij dikwijls aanwezig zijn op lokale acties, betoging van de zorgsector … Dat is niet het klassieke beeld van een politieke partij.
Peter Mertens. Ken je de uitdrukking “Onder druk wordt alles vloeibaar”? Dat is een citaat van Niek Stam, een goede vriend en vakbondssecretaris van de dokwerkers van Rotterdam. Toen ik met hem op stap was in de haven van Rotterdam zei hij: “Soms lijken de dingen zo vast te zitten als wat. Dan moet je wat druk zetten, want onder druk wordt alles vloeibaar.” Dat is zo. Het CETA-verhaal, bijvoorbeeld. Veel mensen uit het middenveld voerden samen de druk op en zo kwam wat onvermurwbaar leek toch in beweging.
Wij voerden in Antwerpen, Gent, Hasselt en in andere steden actie tegen roltrappen die niet werken. Wij voeren die acties samen met de gebruikers, met de vakbonden en de werknemers. Een maand later blijken die roltrappen opnieuw te werken. Heeft dat de maatschappij veranderd? Neen. Heeft dat getoond dat als je druk zet de dingen in beweging komen? Heel zeker. Idem met ons verzet tegen de verhogingen van de parkeertarieven in Charleroi, Brussel of Herstal.
In Antwerpen kondigt De Lijn aan dat ze de trams nog minder wil laten rijden tijdens de spitsuren. Ze zitten nu al overvol. In de Don Bosco-school in Hoboken, waar mijn zoon school loopt, zijn er twee mensen die tijdens de spitsuren leerlingen mee in de tram moeten duwen. Dat is die mensen hun job. En dan willen ze nog minder trams laten rijden. Wij leggen dat uit, we maken daar een sterk dossier over en twee dagen later kondigt De Lijn aan dat er 400 nieuwe aanwervingen komen. Is dat revolutionair? Neen. Toont dat aan dat de dingen onder druk veranderen? Ja.
Ik ben dat arrogante toontje van veel politici tegenover mensen die hun angst voor de toekomst formuleren, kotsbeu.
Hetzelfde met de huisvuilophaling in het Brussels Gewest. In plaats van twee keer per week wou de bevoegde minister nog maar één keer per week een ophaling organiseren. Na maanden van protest, een massa-petitie en acties van de PVDA, moest de minister haar voorstel weer intrekken. In die zin zijn wij ook een partij van de daad.
Je moet niet altijd aan de knopjes zitten om de dingen te kunnen veranderen. Je moet de mensen enthousiasmeren, in beweging krijgen. Daarom voeren wij al die acties. Sometimes you lose, sometimes you win. Dat is niet altijd gemakkelijk. Het is zoals Bertolt Brecht ooit zei: “Degene die strijdt kan verliezen, maar wie niet strijdt heeft al verloren.”
Dat principe van druk zetten en mensen mobiliseren, is ons DNA. Het zit in het DNA van onze militanten. Wij zijn de tegenpool van een technocratische partij. Wij zijn geen partij die opgeleid is met cabinetards die nog nooit een fabrieksvloer hebben gezien. Wij zíjn de fabrieksvloer. “Wie niet leeft zoals je denkt, denkt snel zoals hij leeft.”
Hoe verklaar je de verschillen van de PVDA in de peilingen in Vlaanderen (tussen 4 en 5%), Wallonië (tussen 14 en 18%) en Brussel (tussen 9 en 11%)?
Peter Mertens. Ten eerste heb je in Wallonië vanuit Franstalig perspectief een minderheidsregering, aangezien enkel de MR in de federale regering zit. Slechts een kwart van de kiezers aan Franstalige kant zou zich vertegenwoordigd kunnen voelen. Dat is alsof aan Nederlandstalige kant enkel de Open Vld in de regering zou zitten. Het antiregeringsgevoel is in Wallonië vanaf het eerste moment heel anders dan in Vlaanderen.
Verder zijn er minder Waalse partijen en worden ze allemaal beschouwd als establishmentpartijen, want de voorbije tien jaar zaten ze allemaal wel ergens eens in een regering. De weg ligt dus helemaal open voor een anti-establishmentpartij. Het is beter dat wij dat gat opvullen dan extreemrechts, dat zwak staat in Wallonië.
In Vlaanderen is er een overaanbod aan politieke partijen en zijn er al partijen zoals het Vlaams Blok of Groen die zich als anti-establishment profileren. En de N-VA is een beetje zoals de Hongaarse eerste minister Orbán: de partij neemt op alle niveaus deel aan de macht, maar meet zich toch een anti-establishmentimago aan. Er is dus minder ruimte voor een anti-establishmentpartij in Vlaanderen.
Er is ook een sociaaleconomisch en cultureel verschil. De crisis slaat algemeen gezien harder toe in bepaalde delen van Wallonië en Brussel. Bovendien is er historisch gezien een sterkere linkse traditie dan in Vlaanderen.
Die verschillen maken het moeilijker in Vlaanderen, maar niet onmogelijk. Niemand wordt links of rechts geboren. Mensen groeien op in een bepaalde omgeving en hen bewust maken is een politieke strijd. Maar het is niet omdat die strijd moeilijk is dat hij ook onmogelijk is.
Wij zijn geen partij die opgeleid is met cabinetards die nog nooit een fabrieksvloer hebben gezien. Wij zíjn de fabrieksvloer.
Op de nieuwjaarsrecepties van de PVDA die in januari overal gaan plaatsvinden, zal een nieuwjaarskaart aanwezig zijn waarop staat: “Iedereen wist dat het niet kon, tot er iemand het niet wist”. Een prachtig doordenkertje. Het betekent dat we het onmogelijke mogelijk gaan maken. Het is niet omdat het hele establishment zegt dat het niet kan, dat wij dat moeten aanvaarden. Wij zeggen dat we iets anders willen. Wij bouwen een partij op om iets anders te doen.
PVDA-woordvoerder Raoul Hedebouw is heel erg bekend in het zuiden van het land. Hij is in Wallonië nu de derde populairste politicus na Elio Di Rupo en Didier Reynders, maar sinds hij te zien was in De Slimste Mens, is er ook in Vlaanderen veel rond hem te doen. Hoe belangrijk is hij voor de PVDA?
Peter Mertens. De Raoul-factor is heel belangrijk voor de PVDA. We hebben in hem een heel goede woordvoerder gevonden. Aan Franstalige kant hebben ze al kennisgemaakt met de wervelwind genaamd Raoul. Sommigen schieten in een totale kramp door die goedlachse, welbespraakte, perfect tweetalige en sympathieke woordvoerder van een marxistische partij.
Wij kennen mekaar al sinds de strijd tegen de besparingen in het secundair onderwijs in Wallonië in 1996. Raoul leidde toen het Comité Herstalien des Ecoliers, afgekort CHE. (lacht). Ik was toen voorzitter van de jongerenorganisatie van de partij. Ik ben toen een week gaan kamperen bij de familie Hedebouw om te helpen de jongerenbeweging daar op te bouwen. Ik heb nachten met de zestienjarige Raoul gediscussieerd en plezier gemaakt.
Toen hij zes, zeven jaar later de universiteit verliet als ornitholoog – vogelkundige, jawel – hebben we gediscussieerd over wat hij wou doen. Hij wou vakbondsafgevaardigde worden en zo zijn talenten inzetten. Ik ben toen samen met Kris Hertogen, toenmalig voorzitter van PVDA Luik, met Raoul gaan praten om zijn talent als woordvoerder in te zetten voor de PVDA. Het was toen al duidelijk dat hij dat talent had. De partij was toen nog niet veranderd zoals nu en nog een beetje star. We wilden een aantal dingen in de partij veranderen en daar hadden we op termijn ook een woordvoerder voor nodig. We hebben daar nachten over moeten praten.
Sindsdien vormen we een goed team. Hij als woordvoerder en ik als voorzitter in naam van de vele afdelingen en de 10.000 leden van de PVDA. Dat blijft de basis. Raoul en Peter zijn niets zonder de PVDA. We zijn allemaal teamspelers. Het gaat niet om ons, maar om het veranderen van de maatschappij. Dat doen wij niet alleen, dat gebeurt door die druk van onderuit.
De paniekerige reacties van de establishmentpartijen, eerst van de MR in het zuiden van het land en daarna van Open Vld en N-VA, zijn een weerspiegeling van de populariteit van de PVDA. Eerst de MR-fractieleider in het Waals Parlement, Jeholet, en daarna Open Vld-voorzitter Gwendolyn Rutten stelden voor om de PVDA niet meer aan bod te laten komen in de media. Rutten stelde een soort cordon médiatique voor tegen de PVDA, en ze overlaadde ons met allerlei scheldwoorden, zonder dat wij een weerwoord mochten bieden. Uiteindelijk vroeg Canvasprogramma De Afspraak haar om in debat te gaan met mij, maar ze weigerde.
Je hebt Rutten, Ducarme en Jeholet die voor dat cordon pleiten, maar je hebt ook de N-VA die daarvoor ijvert, maar is dat niet meer een kwestie van strategie? Bij Rutten is het echt paniek. Haar Vlaams minister van Energie Turtelboom moest opstappen door de Turteltaks-affaire die de PVDA in gang zette. Maar als ook de N-VA pleit voor een cordon, dan lijkt me dat toch iets anders, niet?
Peter Mertens. Het cordon sanitaire tegen het Vlaams Belang bestaat sinds 1989 als een maatregel van alle democratische partijen om niet met een racistische partij te besturen. Dat was een initiatief van de antiracistische beweging Hand in Hand en is ondertekend door alle partijen. De redenering was: totale vrijheid van meningsuiting is nodig, behalve voor partijen die systematisch haat en racisme zaaien. Het Vlaams Blok is in 2004 dan ook effectief veroordeeld voor het systematisch aanzetten tot haat. Ik denk niet dat iemand ervoor pleit om de PVDA op dezelfde manier te behandelen. Zelfs de grootste tegenstanders moeten toegeven dat de PVDA een antiracistische partij is. De PVDA is natuurlijk wel een partij die buiten de krijtlijnen van het establishment valt en ambetante standpunten inneemt en hard tegen de schenen schopt. Dat zal echt niet leuk zijn voor een deel van het establishment, maar niemand beschouwt ons als een racistische partij, wat we uiteraard ook niet zijn.
De belangrijkste bronnen van rijkdom zijn enerzijds de arbeid en anderzijds de natuur. Het kapitalisme heeft een problematische relatie met beide.
De N-VA zegt dat links gelijk moet behandeld worden als rechts en zegt daarom voor een cordon tegen de PVDA te zijn. Of zijn ze juist tegen een cordon rond het Vlaams Belang?
Peter Mertens. De Wever heeft een gigantisch probleem voor de gemeenteraadsverkiezingen van 2018, want zoals het er nu naar uitziet, zit de situatie in de stad Antwerpen op slot en zal hij met de CD&V en Open Vld niet aan voldoende zetels geraken om een coalitie te vormen. Er worden allerlei ballonnetjes opgelaten om eventueel met het Vlaams Belang in zee te gaan. Ze laten Theo Francken opdraven om het cordon sanitair te doorbreken, men probeert te zeggen: niet tegen extreem links, waarom dan wel tegen extreem rechts … Dat zijn allemaal ballonnetjes van dezelfde strategie om de deur open te laten om in een aantal steden in Vlaanderen eventueel een coalitie N-VA-Vlaams Belang mogelijk te maken. Dat is zeker een denkspoor binnen de N-VA.
Het establishment spreekt vaak van de “marxistische PVDA”. Het is dertig jaar geleden dat er nog marxisten in het parlement zaten. Wat wil dat zeggen, marxist zijn in de 21ste eeuw?
Peter Mertens. Ik denk dat iedereen de balans moet opmaken van het kapitalisme en waar het ons gebracht heeft. Vooral die laatste, agressieve en neoliberale fase van het kapitalisme van de Chicago-school (de neoliberale economische stroming die de traditionele politiek al dertig beheerst, n.v.d.r.). De overcapaciteit die tijdens de oliecrisis van 1973 tot uiting kwam, is opgevangen met kunstmatige koopkracht. Men heeft mensen aangespoord om op krediet te kopen. Men heeft toen financiële zeepbellen gecreëerd om de koopkracht kunstmatig op peil te houden. Dat is allemaal uit elkaar gevallen met de bankencrisis in 2008. Dat wereldsysteem en die wereldvisie die uitging van alle macht aan de markt, lag aan scherven.
Maar in plaats van een maatschappelijk debat te houden, werd er gewoon een tandje bijgestoken. We kregen nog meer agressief neoliberalisme, maar dan op een heel autoritaire manier. We zijn ondertussen acht jaar later en het enige wat veranderd is, is het feit dat rijk nog rijker en arm nog armer is geworden. Dat is de balans van het neoliberalisme. De economie zit nog altijd in het slop. We pompen tachtig miljard euro per maand in de Europese economie, maar dat gaat naar nieuwe zeepbellen. De koopkracht stagneert, de uitkeringen dalen, de arbeidsmarkt wordt omgewoeld. Het werkt niet. Overal in Europa zouden alle liberalen en neoliberalen – van groen tot blauw – die hebben meegewerkt aan de privatisering en het marktdenken waarmee we vandaag opgescheept zitten, het schaamrood op de wangen moeten hebben. De drie belangrijkste uitdagingen voor deze planeet – de economie, de democratie en het milieu – zijn erop achteruitgegaan onder het liberalisme.
We moeten terug een aantal basisvragen stellen. Waar komt de rijkdom vandaan? Wie produceert de rijkdom en hoe gaan we die welvaartscheppers beschermen? De belangrijkste bronnen van rijkdom zijn enerzijds de arbeid en anderzijds de natuur. Het kapitalisme heeft een problematische relatie met beide. Een uitputtingsrelatie met de natuur en een uitbuitingsrelatie met arbeid. Denk maar aan sociale dumping, interimarbeid, onderbetaalde arbeid, de afbouw van beschermde statuten, enzovoort. In plaats van die uitputting en uitbuiting van de bronnen van de rijkdom verder te zetten, moeten we misschien een ander systeem op poten proberen te zetten. Een systeem dat de bronnen van rijkdom beschermt. Dat is het marxisme waarop we ons baseren. Dat vraagt natuurlijk dat je buiten de lijntjes gaat kleuren.
We zeggen dan dat Europa nood heeft aan massale investeringen. Geen investeringen in de marge, maar echte investeringen voor een duurzame, sociale en democratische toekomst. We hebben miljarden nodig om de omslag te maken van fossiele naar duurzame energie.
Dit artikel komt uit het maandblad Solidair van januari 2017. Abonnement.
Reageren op dit artikel? Mail naar redactie@solidair.org.