Angela Davis :: “Zo hoort de wereld niet te zijn”
Angela Davis, geboren in 1944, werd al op jonge leeftijd actief binnen de Communistische Partij en de beweging van de Black Panther Party. Ze werd de nachtmerrie van het establishment: een communistische, zwarte vrouw die aan de jongeren van de Universiteit van Californië leerde dat ze in verzet moesten komen. In 1970 werd ze ten onrechte beschuldigd van moord, gearresteerd nadat ze twee maanden probeerde te vluchten en daarna voor lange tijd gevangen gehouden. Maar ze zou niet plooien, integendeel: ze maakte van haar proces een politieke strijd, niet alleen voor haar eigen vrijheid, maar ook voor de vrijheid van alle andere politieke gevangenen. Overal ter wereld kwamen de mensen op straat om haar vrijlating te eisen. Uiteindelijk werd ze onschuldig verklaard, deels dankzij die wereldwijde betrokkenheid.
Deze bijlage bij Solidair (2 oktober 2014) is een samenvatting van een twee uur durend gesprek met Angela Davis op ManiFiesta 2014, waar zij een van de headliners op de affiche was.
Sociale bewegingen in de Verenigde Staten :: “De jonge generatie van vandaag verlangt naar verandering”
Foto Flickr / jasonallen
Quentin Vanbaelen (Solidair). Onlangs was er opschudding in de Verenigde Staten over de gebeurtenissen in Ferguson, een klein stadje in Missouri. Daar werd Michael Brown, een zwarte jongen, doodgeschoten door de politie, en dat wekte achteraf veel reacties en protest op. Bestaat er een politieke beweging, een politiek bewustzijn over de redenen van het racisme, over de rol van het kapitalisme?
Angela Davis. Het is nogal ingewikkeld: enerzijds ontstaan er in het hele land op lokaal niveau tal van basisbewegingen en organisaties. Er zijn een hoop organisaties die strijd voeren tegen racisme, politiegeweld, massa-arrestaties enzovoorts. Met de zaak-Trayvon Martin (een 17-jarige Afro-Amerikaanse jongen die in 2012 gedood werd in Florida, n.v.d.r.), waren er spontane betogingen in het hele land. Toen Troy Davis geëxecuteerd werd, was er enorm veel reactie…
Acties brengen dikwijls veel mensen op de been omdat de informatie circuleert op Facebook of Twitter.
Ook toen Oscar Grant in Oakland, Californië, waar ik woon, werd gedood door de politie is er massaal gemanifesteerd. Er zijn enorm veel spontane acties, vooral bij de jongeren. Als je kijkt naar de Verenigde Staten als geheel, dan zou ik zeggen dat de jongere generatie van vandaag – in feite de kleinkinderen van de activisten uit de jaren 60 – een nieuwe bron van strijdbaarheid met zich meebrengt, een nieuw verlangen naar verandering.
Maar anderzijds hebben we nog geen georganiseerde beweging. Er is geen politieke partij die dat alles mee omvat. De Communistische Partij is erg klein, er zijn wel andere politieke organisaties, maar ook die zijn allemaal heel erg klein. Deze partijen zijn betrokken bij die bewegingen, maar er is geen gezamenlijke eenheid over hoe je politieke verandering waar kunt maken.
Wat we nu meemaken, is dat er een vruchtbare voedingsbodem ontstaat om een georganiseerde beweging op te richten. We merken dat we niet meer echt kunnen organiseren op de manier zoals we dat vroeger deden, want we leven in een andere tijd. Tegenwoordig spelen bijvoorbeeld ook de sociale media een rol. Vroeger draaide organisatie rond individuele discussies met de mensen. Tegenwoordig brengen acties dikwijls veel mensen op de been omdat de informatie circuleert op Facebook of Twitter. We moeten dus echt nadenken over de betekenis van mensen organiseren in de 21ste eeuw.
Organiseren en bewustmaken :: “De enige manier om een probleem aan te pakken, is degenen betrekken die met dat probleem te maken krijgen”
Foto Solidair, Salim Hellalet
Dirk De Block (ex-jeugdwerker in Molenbeek en voorzitter van PVDA Brussel). Er zijn vele jongeren die geen toegang hebben tot een job. Voor jongeren met een migrantenachtergrond komt daar de hele kwestie van discriminatie nog eens bovenop. Als ze al werk krijgen, dan is dat over het algemeen onzeker werk, dikwijls met interimcontracten. In sommige wijken bedraagt de jongerenwerkloosheid dikwijls zowat 50 %. Wat zijn uw ervaringen met mensen organiseren in de wijken?
Angela Davis. Dikwijls vragen we ons af hoe we de mensen moeten organiseren, en we zien onszelf alsof we losstaan van de mensen in die wijken en gemeenschappen. Maar wat zijn de belangrijkste problemen? Hebben ze te maken met problemen van werkloosheid, huisvesting, gezondheidszorg? Dus ik zou zeggen dat je eerst met hen samen moet gaan zitten, met die mensen met wie je een organisatie wilt opbouwen, om te luisteren en te discussiëren, om hen de kans te geven de organisatie en de beweging in handen te nemen. Een van de problemen is dat we dikwijls uitgaan van het principe dat ons bewustzijn veel verder gevorderd is dan dat van de mensen die we willen organiseren. Zo ga je van bij het begin al uit van een hiërarchische situatie.
Een interessant aspect in verband met de Occupy-beweging is dat deze beweging ervoor heeft gezorgd dat mensen politiek betrokken geraakten, die zich anders niet door politieke bewegingen aangetrokken zouden voelen. En op dit moment zijn er heel grote bewegingen tegen de huisuitzettingen in de gemeenschappen waar mensen dikwijls uit hun woning gezet worden. Er zijn ook bewegingen rond onderwijs en gezondheidszorg. Die campagnes ontwikkelen zich op een organische manier rond die concrete kwesties.
Je moet ook erkennen dat wij altijd enorm veel moeten bijleren.
Mathilde El Bakri (verantwoordelijke bij Geneeskunde voor het Volk in Schaarbeek en verkozene in het Brussels parlement). Tegenwoordig denken vele jongeren met een migrantenachtergrond dat ze antwoorden kunnen vinden door zich terug te plooien op hun gemeenschap of op heungeloof. Hoe toon je aan dat de problemen van onderwijs, huisvesting, racisme enzovoorts niet te maken hebben met zogenaamd botsende culturen, maar wel met het kapitalisme en het economische systeem?
Angela Davis. De eerste vraag is hoe je de politieke bewustmaking organiseert rond specifieke thema’s. Ik zie die twee elementen niet alsof ze van elkaar gescheiden zijn. Als je bijvoorbeeld strijd voert rond huisvesting, dan legt dat de problemen bloot van het kapitalistische beheer van de huisvesting, en waarom huisvesting zo duur is. In Cuba, bijvoorbeeld, betalen mensen maar een heel klein deel van hun loon voor de huur. We moeten dus nadenken over hoe we dit soort vragen kunnen ordenen door ze te verbinden met de specifieke strijd rond huisvesting. Dát is politiek bewustzijn ontwikkelen. Maar dit moet niet gebeuren in een context waar je vertrekt vanuit het principe dat de mensen die organiseren veel verder staan dan de mensen die georganiseerd worden. Het gaat erom dat je deze bewustwording organisch laat groeien.
Je moet ook erkennen dat wij altijd enorm veel moeten bijleren. Ik denk dat degenen onder ons die politiek actief zijn, al lang denken dat ze soms alles weten en dat onze rol er alleen maar in bestaat over te dragen wat wij weten, maar zo missen we enorm veel. We moeten begrijpen dat we enorm veel kunnen leren. Er is veel dat je alleen maar kunt leren in het proces van organiseren en actievoeren. Bij politiek werk binnen migrantengemeenschappen is er nog een andere fundamentele vraag die gesteld moet worden: zijn er leden van die gemeenschappen betrokken bij het organisatieproces?
Youssef Handichi (ex-buschauffeur bij de MIVB en verkozene in het Brussels parlement). Ik voel me erg betrokken bij deze uitdagingen. Zelf ben ik uit deze arbeidersklasse afkomstig, deze Noord-Afrikaanse moslimjeugd, ik kom uit die wijken, en ik denk dat de uitdaging inderdaad ook groot is. Zoals u zei, hebben we mensen nodig die uit die kringen komen om hen te vertegenwoordigen. En ik merk dat er rondom mij geluisterd wordt in de wijken. Vroeger lukte dat niet altijd, ondanks concrete acties rond bijvoorbeeld huisvesting of onderwijs. Ik hoop dat ik mee een grotere bewustwording op gang kan helpen brengen.
Angela Davis. Volgens mij is de enige manier om deze problemen aan te pakken, opnieuw, degenen betrekken die met die kwesties te maken krijgen.
Racisme :: “We moeten een volks taalgebruik ontwikkelen dat de structurele aard van het racisme weergeeft”
Gérard Mugemangango (boekhouder en verantwoordelijke voor de postwerking van de PVDA). Wat is uw mening over de verkiezingsoverwinning van Obama? Heeft dat iets veranderd voor de minderhedenkwestie in de Verenigde Staten?
Angela Davis. Natuurlijk was dat een vooruitgang. Ik stem altijd communistisch, of groen, of onafhankelijk… Voor de eerste keer heb ik voor Obama gestemd. Niemand had gedacht dat die nogal onervaren jongeman, met een verleden als organisator in de gemeenschappen, betrokken in de strijdbewegingen tegen de oorlog, verkozen zou worden.
Ik stem altijd communistisch, of groen, of onafhankelijk… Voor de eerste keer heb ik voor Obama gestemd
Voor mij was de tweede verkiezing nog belangrijker. De Republikeinen dachten dat zij zouden winnen, omdat ze veel maatregelen hadden getroffen om de deelname aan de verkiezingen te verminderen, vooral bij de arbeiders, de armen en de gekleurde gemeenschappen. Op verschillende plaatsen moesten mensen zes of zeven uur in de rij staan, omdat er minder kiesbureaus voorzien waren zodat er in bepaalde wijken niet genoeg zouden zijn voor alle kiezers. De mensen hebben in de rij gestaan. Dat was echt wel indrukwekkend.
Deze verkiezingen hebben vooral aangetoond hoe groot de organisatiemogelijkheden van radicale bewegingen zijn. De mensen zagen in hem een messias, een redder. En daardoor was het tijdens zijn twee mandaten een groot probleem dat de mensen wel voor hem stemden, maar dat ze de beweging daarna niet verder gezet hebben. De mensen zijn daarna niet gemobiliseerd gebleven om Obama te confronteren met zijn beloften en hun aspiraties. Een massabeweging zou bijvoorbeeld de sluiting van Guantánamo hebben kunnen realiseren. Hetzelfde geldt ook voor een hele rist kwesties zoals Afghanistan enzovoorts. Het was een stap vooruit, omdat het heeft laten zien dat een gekleurde persoon verkozen kan geraken, maar het legt ook de beperkingen bloot van een individuele benadering van racisme. Een zwarte man in het Witte Huis verandert niets aan de structurele gevolgen van het racisme in de samenleving.
Line De Witte (studente aan de KU Leuven en lid van Comac). Er wordt meer gepraat over racisme en mensen zijn er zich meer bewust van, maar wordt de samenleving ook minder racistisch?
Angela Davis. Op vele vlakken wel, op vele andere vlakken niet. Wat het meest nodig is om racisme te begrijpen is de noodzaak om een volks taalgebruik te ontwikkelen, dat de structurele aard van het racisme weergeeft. Want de dominante opvatting blijft dat racisme een kwestie van individueel bewustzijn is. Dat is in zekere zin een neoliberale opvatting van racisme.
Wanneer in de Verenigde Staten de kwestie van het racisme ter sprake komt, dan is dat altijd in termen van individuele gevallen.“Een individuele politieagent schiet een zwart individu dood.” En zo focussen de strategieën om racisme te bestrijden zich op het bestraffen van de individuele schuldige en hoe recht te doen wedervaren aan het individuele slachtoffer.
Maar de onderliggende structurele verbindingen tussen racisme en de economie, het onderwijs, de gezondheidszorg, die komen niet ter sprake. Daarom maakt het weinig uit hoeveel overwinningen we op juridisch vlak behalen, want de onderliggende structuur bestaat nog altijd. En in de Verenigde Staten is dat al zo sinds de tijd van de slavernij.
W.E.B. Dubois schreef in de jaren 30 een boek met als titel Black Reconstruction. Dat boek gaat over de mislukte afschaffing van de slavernij. Om slavernij en haar ideologie uit te roeien was immers niet alleen de afschaffing van de slavernij nodig. Er moe(s)t ook een positief proces ontstaan, instellingen die moeten zorgen voor de integratie van de slachtoffers van de slavernij in een democratische samenleving. En dat is nooit gebeurd. Met het ontbreken van dat proces worden we nu nog altijd geconfronteerd.
Gevangenissen :: “Mensen doen nadenken over de betrokkenheid van kapitalistische bedrijven in de gevangenisindustrie”
Foto Flickr / timpearcelosgatos
Joke Callewaert (advocate bij Progress Lawyers Network). Een groot probleem bij werken rond gevangenissen is dat het moeilijk is om te vertrekken vanuit problemen die te maken hebben met criminaliteit en de mensen bewust te maken over de onderliggende oorzaken, over de reden van gevangenisstraffen en veroordelingen…
Angela Davis. Tijdens de jaren 90 hadden wij te maken met hetzelfde probleem: niemand had oren naar de gevangenissenproblematiek. Vele mensen denken dat het normaal is dat er mensen in de gevangenis zitten, omdat de gevangenen een misdaad begaan hebben en ze die straf verdienen. En daar stopt het denken. Daarom hebben we een strategie ontwikkeld om de ontwikkeling van een breder bewustzijn te stimuleren. Eerst hebben we de term “gevangenis-industrieel complex” gelanceerd, omdat we de mensen ernstig wilden doen nadenken over de betrokkenheid van kapitalistische bedrijven in het ontstaan van de bestraffingsindustrie. Zo konden we het niet alleen hebben over gevangenissen, maar ook de link leggen met privatiseringen, de inmenging van bedrijven in gezondheidszorg, onderwijs… Dit is een deel van het kader waarbinnen het organisatieproces zich voltrekt, en op dit moment wordt die term “gevangenis-industrieel complex” zelfs overgenomen door mensen die deel uitmaken van de regering.
Waarom zitten er zoveel gekleurde mensen in de gevangenis?
De gevangenissenkwestie staat ook in verband met de kwestie van het racisme. Waarom zitten er naar verhouding zoveel gekleurde mensen in de gevangenis? In alle Europese gevangenissen die ik bezocht heb, was ik gechoqueerd door de oververtegenwoordiging van mensen met een migrantenachtergrond. Dan moet je je afvragen waarom. Plegen die mensen meer misdaden? Of komt dit door de methoden waarmee er gemonitord wordt? Dan kom je erop uit dat arme gemeenschappen, vooral migranten of zwarten, veel strenger in de gaten gehouden worden door de politie. Studies in de Verenigde Staten hebben aangetoond dat blanke jongeren evenveel betrokken zijn in het drugscircuit als zwarte jongeren, zowel op vlak van consumptie als op vlak van handel. Er zijn geen significante verschillen tussen de zwarte en blanke jongeren die met drugs te maken krijgen. Maar als je de cijfers ziet van welke mensen er worden gearresteerd, veroordeeld en in de gevangenis terechtkomen, en de werking van het racisme in het juridische apparaat, dan geloof je je ogen niet.
Joke Callewaert. Denkt u dat dit een belangrijke kwestie is om rond te werken?
Angela Davis. Dat denk ik wel, daarom doe ik het al twintig jaar. (Gelach) Ik zie dat niet als één probleem op zich. Mensen moeten doen wat ze graag doen. Sommige mensen werken bijvoorbeeld graag rond onderwijs en houden zich daarmee bezig. Maar daarna moet je leren om al die kwesties te verbinden, om over de rol van de klassen te spreken, om antikapitalistische reflexen te ontwikkelen, een socialistisch perspectief op te bouwen zodat de mensen waarmee je samen georganiseerd bent idealiter uiteindelijk binnen een bredere context kunnen denken. Dat is volgens mij de beste manier om te organiseren.
Sta me toe om het even te hebben over de rechten van transgenders. Je zou kunnen denken dat dit een relatief klein probleem is. Maar wat doe je met iemand die zich identificeert met één geslacht, maar die wegens fysieke kenmerken beschouwd wordt als behorend tot het andere geslacht? Een man die zich vrouw voelt en geen geslachtsverandering heeft ondergaan, wordt bijvoorbeeld opgesloten in een gevangenis voor mannen. Dan kunnen we het niet alleen over de specifieke kwestie van de rechten van transgendergevangenen hebben, maar ook over de bredere kwestie van de verbanden tussen geslacht, ras en klasse, en hoe het penitentiair stelsel de perceptie van gender mee conditioneert, hoe het een binaire genderopvatting promoot en consolideert, en hoe dit gekoppeld is aan het kapitalistische systeem als geheel.
Daar kun je niet met oogkleppen op naar kijken, en dat doen we nog veel te dikwijls, ook wat de problemen van de arbeidersklasse betreft. We willen de arbeidersklasse organiseren, maar we beseffen niet altijd dat de arbeidersklasse kenmerken heeft van klasse, ras, geslacht, seksuele geaardheid… En met al die aspecten moeten we rekening houden als we de arbeidersklasse op een efficiënte manier willen organiseren.
Man-vrouwgelijkheid :: “Er is een strategie van positieve discriminatie nodig. Nu, vandaag. Want als we niets doen, dan zal er niets veranderen”
Isabelle Minon (actief in de solidariteitsbeweging met Congo). In vele progressieve organisaties bestaat er een ondervertegenwoordiging van vrouwen in de leidende organen. Omdat u veel ervaring heeft met dit onderwerp, zou ik u willen vragen wat volgens u de redenen zijn van deze situatie?
Angela Davis. De eerste vraag die ik me dan stel, is: wordt daarover gediscussieerd binnen die organisaties?
Mathilde El Bakri. Volgens mij zijn velen zich bewust van dit probleem, maar het wordt niet aangepakt omdat we de hele tijd vinden dat we dringender zaken te regelen hebben…
Angela Davis. Ja, maar dit is een heel ernstig probleem. Om dit probleem feitelijk aan te pakken, denk ik aan wat ze in Zuid-Afrika gedaan hebben, en aan de strategieën van positieve discriminatie die ingevoerd werden meteen nadat Nelson Mandela verkozen werd. Op dat moment werd er een heel interessant beleid gevoerd van positieve discriminatie, in de overheid, in de Communistische Partij, in het ANC en ook in andere instellingen. Er was een positieve discriminatie van gekleurde mensen en van vrouwen. Soms moet je op die manier ingrijpen. Nu, vandaag. Want als we niets doen, dan zal er niets veranderen. Wachten tot de dingen op een natuurlijke manier veranderen, daarmee help je niemand vooruit.
Hun echtgenoot wilde wel kleren wassen, maar niet naar buiten wilde gaan om de was op te hangen, omdat ze niet gezien wilden worden
Dit is een kwestie van ontwikkeling en van opvoeding. Mannen die weten hoe ze politieke verantwoordelijkheid moeten nemen, hebben dat geleerd, vooral doordat ze andere mannen dat zagen doen. En vrouwen kunnen zich die kwaliteiten ook eigen maken, maar dan moet je daar bewust en proactief aan werken. Anders worden de heersende normen in de samenleving herbevestigd. Ik ben echt blij te zien dat jullie je daar toch wel bewust van zijn.
Isabelle Minon. Het klopt ook dat vrouwen in deze samenleving een achterstand hebben ten opzichte van mannen. Vrouwen kunnen carrière maken tot er baby’s komen, maar daarna valt de carrière meestal stil. En dan was er de strijd tussen de seksen: wie kon er carrière maken, wie kreeg meer, wie minder… In het leven van een vrouw zijn er dingen die objectief een zware impact hebben op haar engagement.
Angela Davis. Dat doet me denken aan de jaren 70, als ik het me goed herinner, toen de Communistische Partij van Cuba een campagne lanceerde onder de naam “de aanval inzetten tegen de ‘tweede werkshift’”. Die tweede shift, dat is al het werk dat een vrouw nog moet doen na haar loonarbeid: huishoudelijke taken, enzovoorts. Het draaide er dus niet alleen om vrouwen aan te moedigen te gaan werken en meer politiek actief te zijn, maar het was ook een poging om verandering te brengen in de structuren en de organisatie van de huishoudelijke taken die vrouwen verhinderen om in gelijke mate toegang te hebben tot werk en engagement.
Wat de Communistische Partij van Cuba toen gedaan heeft, was mannen overtuigen om huishoudelijke taken op zich te nemen en om voor de kinderen te zorgen. En ik herinner mij dat er toen vrouwen vertelden dat hun vriend of echtgenoot wel kleren wilde wassen, maar niet naar buiten wilde gaan om de was op te hangen, omdat ze niet gezien wilden worden. (lacht)
Deze kwestie, de deelname van vrouwen aan de leiding, is cruciaal. Hetzelfde geldt voor mensen met een migrantenachtergrond. Een representatieve leiding is fundamenteel om een democratische structuur op te bouwen.
Er was een tijd dat er gedacht werd dat er enerzijds het politieke leven was en anderzijds het privéleven, en dat bepaalde aspecten van het leven niet thuishoorden in politieke discussies. Maar de feministische studies en de feministische beweging hebben laten zien dat geen enkel aspect van ons leven niet beïnvloed wordt door de politieke en economische structuur waarin we leven. We moeten er dus voor zorgen dat we begrijpen hoe al die kwesties invloed hebben op onze emoties, onze relaties, enzovoorts. In dat verband is het cruciaal te praten over de betrokkenheid van vrouwen.
Een engagement voor het leven :: “We hebben de revolutie die we dachten te voeren, niet gewonnen. Maar door het werk dat we gedaan hebben, zijn de dingen wel degelijk veranderd, en er is een nieuw terrein geschapen om de revolutionaire strijd voort te zetten”
Ali Guissé (voormalig leider in de beweging van mensen zonder papieren en chauffeur bij de MIVB). Is het in uw leven als activiste nooit voorgevallen dat u het wilde opgeven?
Angela Davis. Ik weet echt niet wat ik zou doen zonder mijn engagement. Ik kan me geen leven voorstellen zonder engagement en strijd voor vooruitgang. Ik kom uit een familie met een geschiedenis van engagement: mijn moeder was activiste en ik begon al actie te voeren toen ik eigenlijk nog te jong was om echt te weten waar ik mee bezig was…
Als tiener was ik lid van de jongerenbeweging van de Communistische Partij
Als tiener was ik lid van de jongerenbeweging van de Communistische Partij, en ik kan me mijn leven niet anders voorstellen. We waren gefrustreerd omdat we opbotsten tegen de segregatie, de hindernissen die opgeworpen werden voor de zwarten. We mochten niet hetzelfde water drinken, niet dezelfde toiletten gebruiken, dezelfde bibliotheken, dezelfde vrijetijdsvoorzieningen, enzovoorts. Mijn moeder zei altijd tegen ons dat het zo niet hoorde te zijn. En die woorden ben ik altijd blijven onthouden: “Zo hoort de wereld niet te zijn.” Ik ben ervan overtuigd dat ik daarom politieke wetenschappen ben gaan studeren, want het gaat er niet alleen om de wereld te zien zoals hij is, maar om dat te kunnen overstijgen, en een andere wereld waar te maken, met andere maatschappelijke verhoudingen.
Hier op ManiFiesta werd ik aangesproken door iemand die vertelde over zijn engagement in de jaren 60. Hij zei dat het toen veel gemakkelijker was om radicaal te zijn, omdat alles veel duidelijker was en we wisten wat we wilden. Ik heb hem geantwoord dat alles inderdaad veel duidelijker leek. Maar anderzijds, als we niet gehandeld hadden vanuit de overtuiging dat de tijd dringt, dan zouden wij, die ervan overtuigd waren dat de revolutie voor het grijpen lag, niet de veranderingen hebben kunnen waarmaken die we nu realiseerden.
Ik zeg dikwijls dat we de revolutie die we dachten te voeren, niet gewonnen hebben. Maar door het werk dat we gedaan hebben, zijn de dingen wel degelijk veranderd, en er is een nieuw terrein geschapen om de revolutionaire strijd verder te zetten. Dat is volgens mij de dialectische manier waarop ik mijn engagement zie. En ik denk niet dat er een punt zal komen waar de mensen kunnen stoppen en zeggen dat we de strijd gewonnen hebben. Er zullen altijd nieuwe problemen opduiken, we zullen nieuwe vormen van onrecht ontdekken die we ons vandaag zelfs nog niet eens kunnen indenken. En dus houdt dit engagement geen verband met mijn leven alleen, maar – dat hoop ik toch – met het leven van de vele mensen die dezelfde strijd gevoerd hebben.
Als ik gestopt zou zijn, wat zou ik dan gedaan hebben? Misschien zou ik op het platteland gaan wonen zijn. Ik hou wel van het platteland, van de natuur… Maar ik doe dit alles omdat het deel uitmaakt van een leven dat fundamenteel in het teken staat van de strijd voor sociale rechtvaardigheid.
Reageren op dit artikel? Mail naar redactie@solidair.org.