Nu het debat over een vermogensbelasting opnieuw ten volle is losgebarsten, publiceert Solidair exclusief het volledige eerste hoofdstuk van het boek 'De Miljonairstaks' (EPO, 2015). Speciaal voor deze regering: alles wat u al had willen weten over de miljonairstaks.
De meest briljante ideeën zijn in de grond net eenvoudig. Zo klonk de mening van Albert Einstein, en die wist toch iets van briljante ideeën. Het idee achter de miljonairstaks is eenvoudig. Het gaat om een belasting op het bezit van fortuinen. Zonder ingewikkelde fiscale constructies, zonder wetteksten vol keldergaten en achterpoortjes. Een vermogenstaks die alleen de ultrarijken aanspreekt, geen ingewikkelde inkomstenbelasting die 10 of 15 procent van de bevolking treft. Geen nieuwe belasting op mensen die door hard werken een vermogen hebben weten bij elkaar te sparen, of die een huis hebben geërfd van hun ouders of grootouders. Focussen dus, met een focusbelasting op de 3 procent allerrijksten.
‘Je kan wel een symbool creëren door de rijken te viseren. Maar dan ga je geen opbrengsten hebben’, vertelde de leidster van de open liberalen, Gwendolyn Rutten. 1
Ze heeft gelijk. Symbooldiscussies zijn goed, nadat de klok het midden van de nacht heeft weggetikt, aan de toog. Maar niemand heeft er ooit een steen mee verlegd. We hebben een echte belasting nodig, met echte opbrengsten.
Het gaat over een belasting gericht op de 3 procent allerrijksten.
Hoe ziet die miljonairstaks eruit? De taks slaat alleen op fortuinen van meer dan 1 miljoen euro, bovenop de eigen eerste woning met een waarde tot 500.000 euro. Het is een progressieve belasting, met een maximumaanslagvoet van 3 procent: één procent belasting op het deel van het vermogen boven 1 miljoen euro, twee procent op het deel boven 2 miljoen, en drie procent op het deel boven 3 miljoen euro. De taks laat alle vermogens lager dan 1 miljoen euro ongemoeid. Bovendien wordt de woning die het gezin betrekt vrijgesteld voor een bedrag van 500.000 euro. Concreet: de onbelaste schijf bedraagt in de meeste gevallen 1,5 miljoen euro.
Iets meer dan vierduizend euro, zoveel betaalt elk gezin van het 98ste centiel gemiddeld met de miljonairstaks. Het gaat om gezinnen met een gemiddeld vermogen van 1,9 miljoen euro. In de tabel kun je ook aflezen dat een centieltje hoger, het 99ste centiel van de bevolking, gemiddeld iets meer dan 21.000 euro afdraagt aan de samenleving. Het gaat hier om miljonairs die op een vermogensberg van gemiddeld 2,8 miljoen euro zitten. Ze zullen daar geen boterham minder voor moeten eten. Dat geldt ook voor het 100ste centiel, de 1 procent allerrijksten der Belgen. Zij bezitten gemiddeld 8,2 miljoen euro, en betalen daar net 181.000 euro op. Ook dat bedrag zit niet in een sensitieve orde: ze gaan het niet eens voelen.
Maar wat een relatief bescheiden bijdrage is voor de ene, tikt samen wel aan tot een belangrijk bedrag voor de samenleving. Met de miljonairstaks kan jaarlijks 9,5 miljard euro worden gevonden om te investeren in sociale, ecologische en industriële innovatie. En dat is geen symbolische opbrengst.
Het einde van zes uitzonderlijke decennia
Thomas Piketty en zijn collega’s verzamelden gegevens over inkomens en vermogens van twintig landen gedurende twee eeuwen en de econoom goot die in een boek: Kapitaal in de 21ste eeuw. Een beetje dik, daar niet van, maar wel verrassend leesbaar. En wat blijkt? In de afgelopen 200 jaar gingen mensen met bezit er veel sneller op vooruit dan mensen met werklust. Het rendement op kapitaal lag tussen de 4 en de 5 procent, terwijl de jaarlijkse groei van de economie ver onder de 2 procent lag.
9,5 miljard euro om te investeren in sociale, ecologische en industriële innovatie.
In die twee eeuwen is er één uitzondering. De zes decennia tussen 1914 en 1973 zijn de enige decennia waarin de gelijkheid groeide. Depressie, oorlog en hyperinflatie vernietigden massa’s vermogen in het interbellum. Na de Tweede Wereldoorlog ging de economie sneller groeien dan het vermogen. Voor het eerst in de geschiedenis versloeg arbeid kapitaal, en dat was ook politiek zo uitgetekend met hoge belastingen op exorbitante vermogens en megawinsten. Er werd toen nog gesproken over ‘return on society’.
Precies dat was een doorn in het oog van de free marketeers van de Chicago School. De hoogste belastingschalen naar beneden, zo klonk een van de sleutelpunten uit de neoliberale revanche van Thatcher en Reagan. Een nieuwe politiek was geboren. Men mocht de over-vermogenden geen strobreed in de weg leggen. Het was immers in het belang van iedereen dat de rijksten nog rijker werden. Hun rijkdom zou immers doorsijpelen naar de hele samenleving. ‘Trickle-down’, zo werd die theorie genoemd. En dus gingen overal in de wereld de hoogste belastingschalen naar beneden. In de VS, in Duitsland – onder meer onder de roodgroene regering Schröder - Fischer – en ook in ons land. Een kwarteeuw geleden lag de hoogste belastingschaal van de personenbelasting op 68 procent, vandaag is ze verlaagd naar 50 procent. In 2001 schafte paarsgroen de schaal van 55 procent af. Alle politieke strekkingen namen deel aan het liberale feest.
Focussen op de vermogens aan de hoogste top, en de andere vermogenden met rust laten.
En zo tikte de rijkdom van de vermogenden weer ongestoord aan. De overheden verloren massaal veel inkomsten, maar sijpelen deed het niet. Althans: niet van boven naar onder. Eerder andersom, van onder naar boven. Hoe meer rijkdom uit de samenleving vast kwam te zitten bij een erg kleine top, hoe meer de ongelijkheid opnieuw toenam. ‘De ongelijkheid is opnieuw op weg naar niveaus uit de belle époque’, schrijft Piketty. Het voorstel voor een miljonairstaks biedt een antwoord op die evolutie. Niet door terug te keren naar de hoogste belastingschalen uit de jaren 1950 en 1960. Maar wel met een nieuw idee, dat zich concentreert op vermogens aan de hoogste top, en de andere vermogenden met rust laat.
De 25 rijkste families zijn acht keer rijker geworden
In de meeste Europese landen bezit het rijkste 1 procent van de samenleving ongeveer 25 procent van alle vermogens. Waar vastgoed de favoriete belegging is van de erg vermogenden, vormen financiële activa en bedrijfsbezittingen de rijkdom van de over-vermogenden.
Dat is ook voor ons land zo. De 25 rijkste families zijn tussen 2000 en 2012 wel acht keer rijker geworden. 2
De 25 rijkste families zijn tussen 2000 en 2012 wel acht keer rijker geworden.
Ze bezitten nu samen zo’n 51,8 miljard euro. Hun rijkdom is voor een groot deel doorgegeven rijkdom. In de top 25 zijn er niet veel ‘nieuwe rijken’ te bespeuren. Ze bezitten bijna allemaal bossen, kastelen en villa’s, maar toch vormt vastgoed niet de kern van hun rijkdom. De kern van hun bezit zijn bedrijven en financiële activa. Denk maar aan de familie de Spoelberch, de familie achter de biergigant AB InBev, die zowel genoemd wordt in het LuxLeaks- als het SwissLeaksdossier. Of de familie Huts van Katoen Natie, die de oorlog wil verklaren aan het beschermd statuut van de havenarbeiders zodat Fernand Huts eender welke interimarbeider op een schip kan inzetten. Of de familie Emsens, die haar fortuin verdiende door met Eternit jarenlang ongestoord eternieten platen te produceren, ook al was al lang geweten dat asbest kankerverwekkend is.
Stel dat je de miljonairstaks alleen toepast op de 25 allerrijkste families. Dan zou dat de overheid jaarlijks 1,55 miljard aan extra inkomsten bezorgen. Dat bedrag volstaat om het pensioen van 1 miljoen mensen in ons land met 130 euro per maand te verhogen. Met andere woorden: door een bescheiden belasting op nauwelijks 25 families, kan men tienduizenden gepensioneerden boven de armoedegrens trekken. Uiteraard is de miljonairstaks een herverdelende taks. Maar het is ook een terugbetaaltaks die ervoor zorgt dat de geproduceerde maatschappelijke rijkdom niet aan de vingers van een toplaag blijft kleven, en opnieuw kan geïnvesteerd worden in de samenleving.
Een ziekelijke herverdelingsobsessie
Caroline Ven vindt de miljonairstaks een slecht idee. Ven – ik ontmoette haar een aantal keer – is gedelegeerd bestuurder van de patroonsorganisatie VKW Metena en een vriendelijke vrouw. Op een blauwe woensdag in september schreef ze een opiniestuk in De Morgen. ‘Peter Mertens van de PVDA stelt dat hij behoort tot de groep van mensen die geen busritten wil afschaffen om de bankencrisis te betalen. Beter ware volgens hem om miljardairs zoals kandidaat-Belg Bernard Arnault hun fair deel aan belastingen te laten betalen. Met de bankencrisis nog fris in het achterhoofd is het verleidelijk om in de redeneringen van Peter Mertens mee te gaan. Maar er duikt toch een aantal fundamentele redeneerproblemen op. Problematisch is de herverdelingsobsessie van Mertens. Die leidt naar een maatschappelijke visie die de wereld voorstelt als een arena waar de welvaart van de ene in balans ligt met de armoede van de andere.’ 3
De rijkste 1 procent van de Belgen bezit meer dan de armste 60 procent samen.
Ik zou dus leiden aan een herverdelingsobsessie. Ik mag aannemen dat dit een of andere ziekte is. Misschien is ze wel besmettelijk. Door de Venbril bekeken bestaat mijn ziekte uit mijn overtuiging dat rijkdom een geheel vormt. En dat alle rijkdom die niet voortkomt uit de natuur, voortvloeit uit arbeid. Het is belangrijk om te weten wat er teruggaat naar de welvaartsmakers. Welk deel van de geproduceerde koek gaat er naar kapitaal, en welk deel gaat er naar arbeid? Dan zie je dat het deel dat naar kapitaal gaat, steeds groter wordt. En dat het deel dat naar arbeid gaat, steeds kleiner wordt. Er is dus inderdaad een herverdeling bezig. Maar wel een omgekeerde. En je mag die best obsessief noemen.
Terwijl de inkomenskloof steeds grotere vormen aanneemt, is het met de vermogenskloof heel wat erger gesteld. Ook in ons land, waar de 2,7 miljoen armste gezinnen samen minder bezitten dan de 46.000 rijkste gezinnen. Anders gezegd: de rijkste 1 procent van de Belgen bezit meer dan de armste 60 procent samen. En dat blijft niet zonder gevolgen. Mensen stellen zich immers andere vragen. De grote meerderheid vraagt zich elke maand af hoe ze haar leningen zal afbetalen, hoe ze toch een beetje kan sparen, of hoe ze de eindjes aan elkaar zal knopen. Een kleine minderheid stelt zich precies de tegenovergestelde vraag: ‘Wat ga ik met mijn geld doen?’ Dat is niet dezelfde vraag als: ‘Hoe ga ik mijn geld uitgeven?’ In de orde van de multimiljonairs is de consumptie van het nodige, en vaak ook het overbodige, meestal al lang overtroffen. Hun vraag luidt dan: ‘Hoe zal ik dat geld investeren om er het hoogste rendement uit te halen?’ De miljonairstaks is een sociaal antwoord op die existentiële vraag: een heel bescheiden deel van het over-vermogen wordt in de samenleving geïnvesteerd, en daar worden we met zijn allen beter van.
Een perceptieprobleem?
In augustus 2014 werd ingebroken in villa La Peupleraie, gelegen op een domein van 300 hectare in het Henegouwse dorp Gerpinnes. Bewoner van de villa is miljardair Albert Frère. De buit bedroeg 708.000 euro. Een bedrag dat wellicht volledig wordt terugbetaald door de verzekering. Prutsers, moet baron Frère gedacht hebben. Zijn persoonlijk fortuin bedraagt 2,9 miljard euro, en daar heeft hij nooit een netkous voor over het hoofd moeten trekken.
‘Er is een soort perceptie dat er een kaste is die niks betaalt. Dat is een perceptieprobleem, en niet de realiteit.’ Aan het woord is Bart De Wever, burgemeester van Antwerpen maar ook wel een klein beetje de schaduwpremier van België. Hij doet de uitspraak in Terzake, midden in de woelige sociale herfst van 2014. 4
Ja, jongleren kan hij wel, Bart De Wever, met de deuren van perceptie.
De meeste mensen kennen vermogen als een huis dat vaak nog lang af te betalen is, als een bank- of een spaarrekening, een auto of een aantal meubels. Maar zodra we over tientallen miljoenen of miljarden beginnen te spreken, haken we af. ‘De onontkoombare werkelijkheid is dat het vermogen zo geconcentreerd is dat het voor een groot deel van de samenleving iets volslagen fictiefs en surrealistisch blijft’, schrijft Piketty. 5
België is daarmee Europees kampioen in concentratie van miljonairs per hoofd van de bevolking.
25 miljard euro, wat is dat eigenlijk? Een cijfer met elf eenheden, en met negen nullen vanachter. Een bedrag dat volstaat om alle uitkeringen in ons land boven de armoedegrens op te tillen, zeventien jaar lang. En ook het bedrag dat drie families samen bezitten. De families de Spoelberch, de Mévius en Vandamme, de grote drie achter de Belgische tak van bierbrouwer AB InBev. Terwijl de pintjes duurder werden, zagen de drie bierfamilies hun vermogen met wel 4108 procent stijgen. Dat gebeurde tussen 2000 en 2012. Vermogens die in dik tien jaar tijd meer dan vierduizend procent stijgen, dat is iets dat buiten ons bevattingsvermogen valt. De reden is eenvoudig: zoiets valt niet voor met onze vermogens. Bij de crème de la crème gebeurt het wel. In 2000 stond Fernand Huts nog op de 157ste plaats van ‘rijkste Belgen’, twaalf jaar later was hij opgeklommen tot de 8ste plaats. Zijn vermogen is in die tijd met 2718 procent gestegen.
Dat is geen perceptie, dat is realiteit. Net zoals het realiteit is dat het aantal miljonairs in Europa gestaag stijgt, en dat de miljonairs ook steeds rijker worden. Ons land heeft er de laatste jaren de meeste miljonairs bij gekregen, zowel in 2010, in 2011 als in 2012. En in 2013 kwam er opnieuw 14 procent extra miljonairs bij. Dat is een serieuze curve, en zo staat de teller op ongeveer 138.000 miljonairsgezinnen, ongeveer 3 procent van de bevolking. België is daarmee Europees kampioen in concentratie van miljonairs per hoofd van de bevolking.
Een historisch jaar in de mensengeschiedenis: 2016
Waar de vermogenstegenstellingen binnen de Europese landen opnieuw exponentieel groeien, swingen de tegenstellingen op planetair niveau helemaal de pan uit. 2016 zal zelfs een historisch jaar worden. Met name: het jaar waarin de 1 procent van de volwassen wereldbevolking meer vermogen zal hebben dan de 99 procent anderen. Dat is in de geschiedenis van de homo sapiens, die ondertussen toch al meer dan een 100.000-tal jaren op de teller heeft staan, nooit gebeurd. Amper 1 procent van de planeet zal volgend jaar meer vermogen bezitten dan alle andere planeetbewoners samen.
De kern van de ultra’s bestaat uit nauwelijks tachtig families.
Daar stopt het niet, want binnen die 1 procent zijn er nog enorme verschillen. De toplaag van de allerrijksten wordt gevormd door de UHNWI, de ultra high-net-worth individuals. Kortweg de ultra’s, mensen met een persoonlijk vermogen van meer dan 25 miljoen euro. Die eliteclub van ultra’s bestaat uit 200.000 mensen of nauwelijks 0,004 procent van de volwassen wereldbevolking. Volgens het recente jaarrapport van vermogensbeheerder UBS telt België ondertussen 870 ultra’s. Samen bezitten ze een vermogen van naar schatting 84 miljard euro. Dat is een gemiddeld vermogen van 96 miljoen euro per Belgische ultra.
De kern van de ultra’s bestaat uit nauwelijks tachtig families. Die tachtig families bezitten vandaag evenveel weelde als de 3,5 miljard armste mensen ter wereld, zo blijkt uit de schattingen van vermogensbeheerder Credit Suisse – ‘de minst slechte schattingen die er zijn’, aldus Pikkety. Vijf jaar geleden, in 2010, had je nog 388 miljardairfamilies nodig om de rijkdom van de onderste helft van de wereldbevolking te bereiken. In 2012 volstond het gezamenlijke vermogen van de 159 rijkste families. Vandaag dus nauwelijks 80 families. Het verschil is zo groot geworden dat je het bijna onmogelijk nog in een grafiek kan visualiseren. Om het ene deel van de grafiek, die 80 mensen, voor te stellen, heb je niet meer dan een luciferdoosje nodig. Om het andere deel te visualiseren, de 3,5 miljard mensen, volstaat de Boerentoren niet. Dat is geen probleem van cijfers. Dat is een probleem van democratie.
225 jaar na de Franse Revolutie: een vermogenskadaster
Na de Franse Revolutie van 1789 werd een vermogenskadaster ingevoerd. Voor de jonge Franse revolutionairen, die het burgerlijke regime invoerden, was een vermogenskadaster een eerste en essentiële maatregel van democratie. Ze wilden duidelijk en transparant weten hoe het vermogen in de samenleving verdeeld was. Piketty baseert zijn historische studie onder meer op die gegevens.
Een vermogenskadaster en de opheffing van het bankgeheim zouden de twee eerste maatregelen moeten zijn van elke staatssecretaris van Fraudebestrijding.
Er is één land dat in zijn boek niet voorkomt: België. Niet omdat Piketty niet wil, maar wel omdat de elementaire democratische maatregelen om het bankgeheim op te heffen en een vermogenskadaster in te voeren in ons land steeds werden tegengehouden. Als het over vermogensverdeling gaat, leven wij hier nog altijd een beetje in het ancien régime.
Een vermogenskadaster en de opheffing van het bankgeheim zouden de twee eerste maatregelen moeten zijn van elke staatssecretaris van Fraudebestrijding. Dat wordt 225 jaar na de Franse Revolutie stilaan tijd. Het establishment heeft dat steeds verhinderd, onder meer met de bewering dat dit technisch een onmogelijke zaak zou zijn. Onzin, zo zegt een man die het kan weten, de voormalig gouverneur van de Nationale Bank, Luc Coene: ‘Een vermogenskadaster is redelijk eenvoudig. Veel van de gegevens zoals immobiliën en financiële activa zijn nu al bekend bij diverse overheidsdiensten. Technisch gezien is het met de huidige IT niet moeilijk om die gegevens samen te brengen.’ 6
Sommige politici beweren dat je geen vermogensbelasting kunt invoeren omdat er geen vermogenskadaster bestaat. Op zich is een kadaster niet nodig. De miljonairstaks is een belasting die moet ‘aangegeven’ worden, zoals de Impôt de Solidarité sur la Fortune (ISF) dat ook is in Frankrijk (daarover verder meer). Dat wil zeggen dat de belastingbetaler zelf het bedrag van zijn fortuin moet invullen op zijn belastingaangifte.
Een vermogenskadaster is natuurlijk wel wenselijk. Het zou niet alleen helpen bij de inning van de miljonairstaks, maar is ook aangewezen om de fraude op andere vlakken te bestrijden (inkomstenbelasting, btw, successierechten enzovoort). Vergeet niet dat die fraude zo’n 20 miljard per jaar bedraagt en vooral de rijkste burgers van ons land bevoordeelt. Het is een ‘redelijk eenvoudige’ maatregel, aldus de voormalige chef van de Nationale Bank. Het is vooral een kwestie van politieke wil. Paul De Grauwe onderstreepte vroeger al: ‘Het is niet zo dat er geen vermogensbelasting komt omdat er geen vermogenskadaster is. Het is zo dat men geen vermogenskadaster wil invoeren omdat men geen vermogensbelasting wil.’
Eén keer een feestje, en dan kapitaalvlucht?
Kapitaalvlucht, het meest voorkomende argument tegen de vermogensbelasting. Onlangs nog haalde onze minister van Financiën Johan Van Overtveldt dat argument van stal: ‘Je kan één keer een feestje bouwen, maar de tweede keer is het kapitaal weg.’ 7
Terwijl 120.000 mensen betogen voor rechtvaardige fiscaliteit, en voor een tax shift die de sterkste schouders activeert, is de minister van mening dat de overheid het geld eerder moet zoeken bij btw-verhogingen. Rozen verwelken, en schepen vergaan, maar btw-plichtigen blijven eeuwig bestaan.
In het prille voorjaar van 2015 halen de Chicago Boys hun gram. Tenminste, dat denken ze. In Frankrijk wordt ‘de rijkentaks’ afgeschaft en Van Overtveldt, Rutten en De Wever vertellen aan wie het maar wil horen dat ‘zelfs de socialistische regering-Hollande met de staart tussen de benen de vermogensbelasting moet intrekken’. Alleen: de rijkentaks van Hollande was geen vermogensbelasting. Het was een belasting op inkomen, met een schaal van 75 procent op de allerhoogste inkomens. Ze had voornamelijk een symbolische waarde, ze was complex en bracht zo goed als niets op. Daarom werd ze op 1 januari 2015 in de prullenmand gegooid. Een beter argument tegen symbolische inkomensbelastingen kun je niet hebben.
Ondertussen blijft bij onze zuiderburen wel de vermogensbelasting bestaan, de Impôt de Solidarité sur la Fortune, of kortweg de ISF. De ISF bestaat al lang, viseert enkel de hoogste vermogens en brengt jaarlijks zo’n 4 à 5 miljard euro op. Volgens de belastingcalculator van Thomas Piketty zou het rendement acht maal hoger liggen als alle achterpoortjes van de ISF zouden gedicht worden. 8
Die Franse ervaring leert dat de kapitaalvlucht voor de ISF verwaarloosbaar klein is. Sinds het jaar 2000 hebben drieduizend kapitaalkrachtigen Frankrijk verlaten; dat is 0,53 procent van al wie onderworpen is aan de ISF. Met andere woorden: 99,47 procent van de belastingplichtigen blijft de solidariteitsbelasting betalen en dus de schatkist spijzen.
Investeren in onderwijs en innovatie
Je helpt een economie er niet bovenop met een vermageringsregime. Daar is Joseph Stiglitz van overtuigd, en hij heeft de nodige ervaring als hoofdeconoom van de Wereldbank: ‘Ik heb het toen zo vaak gezien. Het IMF legde bijvoorbeeld net dezelfde voorwaarden op aan Argentinië, en dat werkte niet. En dat was ook zo voor vele andere landen. Geen enkele grote economie is er ooit in geslaagd te herstellen van een terugval via besparingen. Daarvoor is een mirakel nodig.’ 9
Het is dus tijd om het doodlopende pad van besparingen en desinvesteringen te verlaten.
Die mening is ook Luc Huyse toegedaan, de eminente en immer rustige Leuvense professor: ‘Bekijk de partijprogramma’s: een meerderheid van de partijen wil de overheid nog verder uitkleden. Terwijl de staten na de bankencrash al tot een hongerdieet veroordeeld zijn. Er bestaat ook zoiets als anorexie van een staat: wie vandaag nog pleit voor een verdere vermagering van de staat, pleit in feite voor een vermindering van de democratie.’ De professor besluit: ‘Het ligt zo voor de hand dat we een vermogensbelasting nodig hebben.’ 10
We hebben die vermogensbelasting nodig om een verhaal van sociale vernieuwing te kunnen brengen.
We hebben die vermogensbelasting nodig om een verhaal van sociale vernieuwing te kunnen brengen. We moeten nu juist investeren. En dat kan, met de opbrengst van de miljonairstaks. Zo zou je 3 miljard euro kunnen investeren in sociale zekerheid en pensioenen, nog eens 3 miljard euro in duurzame banen en ecologische voorzieningen, en 2 euro miljard in onderwijs en openbaar wetenschappelijk onderwijs.
De technologische revolutie kan de productie efficiënter maken. In de zorgsector en in het onderwijs heb je handen en harten nodig. Mensen dus. Om het op zijn economisch te zeggen: die sectoren zijn veel meer arbeidsintensief. Dat betekent ook dat ze geld kosten. Hoe efficiënter de productie verloopt en hoe goedkoper de producten worden, hoe relatief duurder onderwijs en zorg worden. In plaats van onderwijs en zorg naar waarde te schatten, worden ze vandaag als lastige kostenposten beschouwd. Dat is een niet-langer-dan-de-neus-redenering. Elke cent die de overheid investeert in onderwijs, geeft een termijnrendement aan de samenleving. Van goed onderwijs worden we alleen maar rijker.
Precies hetzelfde geldt voor het wetenschappelijk onderzoek. Zowat alle doorbraaktechnologie werd uitgekiend door geduldig wetenschappelijk langetermijnonderzoek dat door de overheid werd gefinancierd. Zonder het overheidsonderzoek zouden onze smartphones gewoon stupid phones zijn, want zowel internet, gps, touchscreen, lithium-ion-accu, micro harde schijf en stemherkenningssysteem werden dankzij overheidsonderzoek uitgewerkt. Dat geldt ook voor de belangrijkste geneesmiddelen en voor de ruimtevaart. De overheid is de grootste innovator van de laatste eeuwen, maar ze krijgt daar bijzonder weinig krediet voor. Dat is de centrale stelling van de Italiaanse econome Mariana Mazzucato in haar fascinerend boek: The Entrepreneurial State, de ondernemende staat. Met de miljonairstaks kan het publiek onderzoek een boost krijgen en ook op zoek gaan naar technologische innovatie die ecologisch is, naar milieuvriendelijke technologieën, naar ecologische mobiliteit, naar betaalbare isolatie, en naar duurzame energiebronnen.
Om vernieuwing en innovatie te kunnen realiseren heb je een langetermijnstrategie nodig. Wie op korte termijn denkt, in kwartalen of onmiddellijke rendementen, verliest elk dieptezicht. Dan krijg je situaties zoals op het Paaseiland. Iedere generatie richtte almaar grotere stenen beelden op ter verering van de voorouders, en er was steeds meer hout, touw en mankracht nodig om de beelden op de altaren te hijsen. Er werden meer bomen geveld dan er nieuwe groeiden. Maar er werden geen maatregelen genomen om de houtkap een halt toe te roepen, jonge boompjes te beschermen en nieuwe boompjes aan te planten. De mensen die de laatste boom op Paaseiland zagen, zagen dat het de laatste was. En toch velden ze hem. En alle schaduw verdween van het eiland. 11
‘De ironie is dat durfinvesteerders niet van risico houden. Zij stappen in als ze binnen 3 tot 5 jaar winst kunnen maken. Terwijl, als je bijvoorbeeld naar succesvolle ondernemingen in de biotech kijkt, dan zie je dat daar een veel langer en onzekerder traject van 15 jaar aan voorafgegaan is, waarin de overheid de risico’s draagt’, legt Mazzucato uit. 12
Op zijn Paaseilands zou je kunnen zeggen: durfkapitalisten zijn geïnteresseerd in het te gelde maken van de 160 bomen die voor hen staan, niet in een lange-ademplan van herbebossing.
Niets is krachtiger dan een idee dat haar juiste tijd gevonden heeft
‘Het heeft geen enkele zin om iemand te belasten omdat hij miljonair is, zoals Peter Mertens voorstelt. Wat heb je eraan om die mens te belasten tot hij 999.999 euro overhoudt? Dan kun je zeggen: ik heb u wat geld afgepakt. Punt. Ik doe niet mee aan het geroep over hoeveel de rijken moeten afdragen. Daarmee los je de crisis niet op.’ Zo sprak Bruno Tobback, toen zijn partij in de regering zat. 13
Dat is ondertussen het discours van zowat alle regeringspartijen op het oude continent. Wat Gwendolyn Rutten vandaag zegt, klinkt niet anders: ‘Wat je niet kan doen, en daar komt het stuk afgunst voor mij bij kijken, is de mensen wijsmaken dat je alleen door een stuk bij de rijken te gaan halen, alle problemen kan oplossen. De rijken doen betalen is geen wonderoplossing.’ 14
Even terug naar de miljonairstaks. Stel dat iemand een vermogen bezit van 3,2 miljoen euro. Dan betaalt hij een miljonairstaks van 31.000 euro, dat is een belastingvoet van nauwelijks 0,97 procent. Hij houdt dan nog steeds 3,169 miljoen euro over, die hij naar hartenlust kan beleggen. 15
De bewering dat miljonairs nog slechts 999.999 euro zouden mogen overhouden, raakt dus kant noch wal.
85 procent van onze landgenoten zijn voor een miljonairstaks.
Nergens in de sociale beweging wordt beweerd dat een vermogensbelasting een ‘gemakkelijke’ maatregel is, en nergens kan men horen dat een miljonairstaks ‘alles’ zou oplossen. In Hoe durven ze? schreef ik letterlijk het tegendeel: ‘De miljonairstaks zal de crisis niet oplossen, maar die taks is wel een erg belangrijke hefboom om het slapend kapitaal te activeren voor de broodnodige investeringen in sociale en ecologische vernieuwing.’ Na vijf jaar campagne is het draagvlak groter dan ooit.
Uit de grote enquête over ‘ongelijkheid’ die Knack in december 2014 publiceerde, bleek dat liefst 78 procent van de Belgen vindt dat de besparingen ‘niet eerlijk verdeeld’ zijn. 85 procent van de bevolking vindt dat de regering ‘meer moet doen om de ongelijkheid aan te pakken’. Het voorstel met het meest brede draagvlak is de eis om een vermogensbelasting te heffen op het deel van de fortuinen boven de 1 miljoen euro. Volgens de enquête steunt niet minder dan 85 procent van onze landgenoten zo’n voorstel tot miljonairstaks. Zo bloeien de woorden van Victor Hugo open: ‘Men kan een leger tegenhouden, en zelfs vele legers, maar niemand kan een idee tegenhouden dat haar juiste tijd heeft gevonden.’
Deze tekst werd eerder gepubliceerd in het boek 'De miljonairstaks en zeven andere briljante ideeën om de samenleving te veranderen', dat in mei 2015 bij EPO verscheen. U kan dit boek bestellen in de PVDA-shop.
Peter Mertens is socioloog en auteur van de boeken Hoe durven ze? en Op mensenmaat. Peter is voorzitter van de PVDA en gemeenteraadslid in Antwerpen.
Marco Van Hees is federaal parlementslid, gitarist bij The Flying Shoes en lid van de studiedienst van de PVDA. Marco publiceerde onder meer het boek Belastingparadijs België. Voordien was Marco belastinginspecteur bij het ministerie van Financiën.
Noten
1. Gwendolyn Rutten in De Tijd, 13 december 2014.
2. Ludwig Verduyn, De 200 rijkste Belgen, Van Halewyck, Leuven, 2000 en 2012.
3. Caroline Ven, ‘Wat mensen zoals Peter Mertens niet (willen) zien’, in De Morgen, 12 september 2012.
4. Bart De Wever in Terzake, 4 december 2014.
5. Thomas Piketty, Kapitaal in de 21ste eeuw, De Bezige Bij, Amsterdam, 2014, p.307.
6. Luc Coene, ‘Beter vermogensbelasting dan vermogenswinstbelasting’, op deredactie.be, 19 december 2014.
7. Johan Van Overtveldt in De Tijd, 7 februari 2015.
9. Joseph Stiglitz, ‘Europa slaat de bal mis met besparingen’, in Trends, 19 juni 2014.
10. Luc Huyse in Humo, 22 april 2014, p.7.
11. Ronald Wright, Kleine geschiedenis van de vooruitgang, Van Halewyck-Cossee, Leuven-Amsterdam, 2006.
12. Mariana Mazzucato, ‘Een ondernemende staat die innoveert’, in NRC Handelsblad, 2 februari 2013.
13. Bruno Tobback in De Morgen, Zeno, 8 september 2012, p.5.
14. Gwendolyn Rutten in Terzake, woensdag 21 januari 2015.
15. Onbelaste schijf, inclusief woning: 1,5 miljoen euro. Schijf 1 (van 1,5 tot 2 miljoen euro): 500.000 x 1% = 5.000 euro. Schijf 2 (van 2 tot 3 miljoen euro): 1.000.000 x 2% = 20.000 euro. Schijf 3 (boven 3 miljoen euro): 200.000 x 3% = 60.000 euro. Samen: 31.000 euro.
Reageren op dit artikel? Mail naar redactie@solidair.org.