Op zijn 14 jaar gaat Jan Cap werken. Zijn vader geeft hem deze raad mee: “Ge komt nu in het volwassen leven. Ge moet uw best doen. Horen, zien en zwijgen.” Bij de KAJ, de Christelijke arbeidersjeugd, leert hij iets helemaal anders: “Zien, oordelen, handelen.” Het wordt de leidraad van zijn leven.