Honderd jaar geleden, in 1917, waren er in Rusland kort na elkaar twee revoluties: een in februari en een in oktober. De eerste leidde tot het afzetten van de tsaar, tot de scheiding van kerk en staat, en tot het algemeen stemrecht. De tweede kwam recht uit het volk en bracht de communisten (de bolsjewieken) aan de macht. Het volk wilde een andere samenleving en daarvoor moest de gevestigde orde – kapitalistisch en in Rusland nog grotendeels feodaal – omvergeworpen worden. Het was het begin van een eerste poging om het socialisme op te bouwen. Dat was nog nergens anders ter wereld gebeurd. Die onderneming, met al haar verwezenlijkingen maar ook met ernstige fouten, drukte haar stempel op de geschiedenis van de 20ste eeuw. In welke context vond deze revolutie plaats? Hoe verliep ze? Welke invloed had ze bij ons en over de hele wereld?