Toespraak Peter Mertens :: Over het terrorisme, over Griekenland en over de sociale lente in 2015
”Ons hart zit links, en het klopt meer dan ooit.” Op de nieuwjaarsreceptie van de PVDA in het Antwerpse Zuiderpershuis vrijdagavond 16 januari sprak Peter Mertens het talrijk opgekomen publiek toe. Hij stond uitgebreid stil bij de heikele kwestie van de radicalisering. Mertens wees op de noodzaak om de juiste vragen te stellen. Extremisme en terrorisme kunnen niet aangepakt worden zonder de internationale politiek en maatschappelijke problemen mee in beschouwing te nemen. “We moeten investeren in mensen”, zei Mertens. Vervolgens sprak hij zijn solidariteit uit voor het Griekse volk, dat vandaag alle reden heeft om een andere politiek te eisen: “De hopeloosheid, de ellende en de schuldenberg worden groter.” Tot slot sprak de PVDA-voorzitter ook over het sociale verzet in ons land. Hij riep op om het verzet tegen de asociale regeringspolitiek verder uit te diepen en te werken aan een sociale lente.
“Beste vrienden en kameraden,
2015 wordt het jaar van de solidariteit.
Het komt raar over om dat nu zo te zeggen, want na de terroristische aanslagen in Parijs lijkt een solidaire wereld verder af dan ooit.
Veel mensen hebben angst. Angst om op schoolreis te gaan naar Brussel, angst om de metro te nemen, angst voor het geweld dat steeds dichterbij komt. Het is geen andere angst dan de angst van een familie in Kaboel voor die vreemde, zoemende, onbemande vliegtuigen, drones genaamd, die bestuurd van op tienduizend kilometer afstand hun bommen kunnen laten vallen. Angst om de dag nadien niet meer mee te maken.
Een democratische samenleving betekent dat de mens het recht heeft om vrij te leven van angst, om te leven zonder angst voor aanslagen of bombardementen. Wij veroordelen elke moord, en wij veroordelen elk terrorisme.
Ik kom net terug uit Berlijn en sprak daar met Oskar Lafontaine. Oskar Lafontaine behoort tot de strijdbare linkervleugel binnen de partij Die Linke. Hij vroeg de Bundestag, het Duitse parlement, naar een definitie van ‘terrorisme’. En uit de partij van Angela Merkel kwam het antwoord: “Terrorisme is elk wetteloos gebruik van geweld om een politiek doel te bereiken.” Elk wetteloos gebruik van geweld. “Weten jullie wat jullie zonet besloten hebben?”, vroeg Lafontaine aan de Bundestag. “Jullie hebben besloten dat de Irakoorlog van Bush en Blair destijds, een volkomen wetteloze oorlog, een terroristische oorlog was.” Jawel, wij moeten overal het terrorisme bekampen en stoppen met de dubbele moraal.
Iedereen heeft die foto van de mars in Parijs gezien, waar meer dan honderd staats- en regeringsleiders zij aan zij liepen, een paar honderd meter voor drie miljoen Fransen. Wel, heel veel mensen vroegen zich af wat de Israëlische eerste minister Netanyahu, de Hongaarse eerste minister Orbán, de Turkse eerste minister Davutoglu of de Saoedische ambassadeur Al-Sheikh op de mars tegen het terrorisme in Parijs kwamen doen. Moet er ook niet voor eigen deur worden geveegd? Wat met de journalisten en cartoonisten die worden opgepakt in Palestina, in Hongarije, in Saoedi-Arabië, in Rusland of Turkije? Wat met de kinderen in de scholen van Gaza, die elke dag met angst moeten leven voor nieuwe air-strikes? Hoe zit dat dan?
Wie bestrijdt het salafistisch terrorisme, en wie vergroot het gevaar?
Wij moeten ons de vraag stellen: welke politiek bestrijdt het salafistisch fascisme, en welke politiek vergroot het extreemrechtse jihadisme? Als we er werkelijk iets aan willen doen, dan moeten we die vraag durven te stellen.
Tussen 1950 en 1980 werd het salafistisch terrorisme bijna uitgeroeid. Het bestond bijna niet meer, en het pan-Arabisch nationalisme was de dominante stroming. Met één uitzondering: Saoedi-Arabië. Vanuit Saoedi-Arabië bleef men de meest extreme vormen van het salafisme ondersteunen, betalen, verspreiden. Wat heeft men daar aan gedaan? En wat doet men daar vandaag aan? Niets. De VS en bijna alle Europese regeringen zijn Saoedi-Arabië door dik en dun blijven ondersteunen. Olie, weet je wel. Voor olie vallen alle principes. Diezelfde extremististische strekkingen werden nadien opgeleid en bewapend in Afghanistan. Moeten wij vergeten hoe de talibanstrijders werden bewapend en opgeleid in trainingskampen die door de VS werden opgezet? Moeten wij vergeten hoe de bezetting van Irak een golf van sectair geweld heeft opgeleverd, dat gestimuleerd werd door het bezettingsregime? Welke politiek bestrijdt het salafistisch terrorisme, en welke politiek vergroot het gevaar. Dat is de vraag.
Vier jaar geleden, in maart 2011, waren wij de enige Belgische partij die tegen de interventie in Libië opkwam. We waren toen de enigen die waarschuwden dat de interventieoorlog de doos van Pandora verder zou openen en alle extreemrechtse religieuze fanatici in de kaart zou spelen. Hetzelfde geldt voor de interventie in Syrië. De oorlog in Syrië is een opleidingskamp geworden voor terroristen, en de Turkse regering laat die dolgedraaide jongeren toe om zonder probleem de rangen van IS en Al-Nusra in Syrië te vervoegen. Wij hebben daarvoor gewaarschuwd, beste vrienden en kameraden. Net zoals we de hypocrisie aanklagen van onze relaties met schurkenstaat Saoedi-Arabië. In maart 2014 nog is minister Reynders op missie getrokken naar Saoedi-Arabië, dat protectoraat van het extremistisch salafisme. Saoedi-Arabië blijft de belangrijkste uitvoerpartner voor Belgische wapens. Is het geen tijd om daar iets aan te doen? Als wij echt iets willen doen tegen het terrorisme, dan moeten wij stoppen met de politiek van twee maten en twee gewichten.
Hoe valt regeringspolitiek te rijmen met afbouwen van opbouwwerkers?
Wat is de visie van de regering? Waar is de analyse over de oorzaken van religieuze radicalisering? Krijgen we die analyse nog? En zo ja, wanneer? Hoe komt het dat sommige jongeren zich inlaten met zo’n bruut geweld en sympathiseren met zo’n beestachtige ideologie? Hoe verhinderen we dat echt? Dat zijn vragen waar een antwoord op moet komen.
Laat het duidelijk zijn, er zijn geen vergoelijkingen of verontschuldigingen mogelijk voor de salafistische extreemrechtse terreur in Parijs. Terroristen, van welke overtuiging ook, maken de samenleving kapot en moeten hard worden aangepakt. Op een efficiënte en doelgerichte manier, opdat ze opgespoord, gearresteerd en veroordeeld kunnen worden. Maar tegelijk moeten we er ook voor zorgen dat de terroristen geen mogelijkheid meer hebben om telkens opnieuw nieuwe luitenantjes te recruteren. Er zal dus ook beleid moeten zijn om dat te verhinderen. En dat doe je niet door te besparen op onderwijs en op het sociaal weefsel. Dat doe je niet door te zorgen voor meer uitsluiting, noch door de kloof tussen arm en rijk te laten ontploffen. Hoe rijmt de regering haar aanpak van religieuze radicalisering met een beleid dat bespaart op opbouwwerkers, zoals hier in Antwerpen? Hoe rijmt de regering haar politiek met de puinhopen in de jeugdzorg, waar vriend en vijand ziet dat er straks nog meer jongeren tussen wal en schip vallen? Leg dat eens uit! We hebben investeringen nodig in sociaal weefsel. We hebben investeringen nodig in mensen. In een politiek van eenheid, van solidariteit, tegen élke haat. Anders zal die hele politiek gebaseerd zijn op los zand.
Géén import van Pegida in ons land
Je bestrijdt de onveiligheid niet door bevolkingsgroepen te stigmatiseren en mensen tegen elkaar op te zetten. Een klimaat van haat is niet het antwoord op het terrorisme, dat zien we in Dresden, beste vrienden en kameraden. Deze week werd de 20-jarige Khalid uit Eritrea vermoord in Dresden. Khalid werd vermoord om zijn huidskleur. Khalid werd vermoord in een klimaat waar elke vreemdeling beschimpt en beschuldigd wordt, een klimaat dat week na week wordt warmgestookt door de provocaties van Pediga.
Wij zeggen duidelijk: géén import van Pegida in ons land. Geen klimaat van de haat en geen racisme. Wij zullen er mee voor zorgen dat op maandag 26 januari, net voor de gemeenteraad, er tien keer meer betogers zijn voor vrede en verdraagzaamheid dan Pegida-betogers, net zoals er in Leipzig, in München en in Berlijn tien keer meer solidariteitsbetogers waren dan haatbetogers. Dat is als signaal politiek belangrijk. Dat we in Antwerpen een havenstad zijn, een stad zijn waarin we kunnen samenleven, een stad waar er geen plaats is voor extreemrechtse haatdragers, niet voor de salafistische extremisten en ook niet voor Pegida. Vandaar de oproep voor de solidariteitswake van Hart boven Hard: afspraak maandag 26 januari om 18.30 uur op het Mechelseplein in Antwerpen.
Het doodlopende straatje van de EU-politiek in Griekenland
Wij zijn sterker dan de angst. En dat geldt ook voor Griekenland. Wat daar vandaag gebeurt is haast niet voor te stellen. Op 25 januari zijn er verkiezingen in Griekenland, en zowat elke regeringsleider in Europa krijgt de ingeving om van zichzelf te vinden dat hij of zij zich per se met de verkiezingen van een souverein Europees land moet bezig houden. Wel, de Grieken zitten daar niet op te wachten. De Grieken willen een einde aan de crisis, de Grieken willen een andere politiek, de Grieken willen opnieuw hun leven kunnen opbouwen.
Wolfgang Schaüble zegt nu al weken lang dat er geen alternatief is voor de bezuinigingspolitiek. Wolfgang Schaüble is minister van Financiën van Duitsland, niet van Griekenland. Waar haalt hij de pretentie om te zeggen dat de besparingspolitiek van Griekenland de enige mogelijke politiek is? En wat hebben die besparingen al opgeleverd? Een op de drie Grieken leeft ondertussen in armoede, alleen Bulgarije, Roemenië en Letland doen slechter. Negen op de tien werklozen krijgen geen enkele uitkering. Meer dan één miljoen Griekse gepensioneerden moeten rondkomen met een pensioen onder de 500 euro per maand. Dat is niet leefbaar.
Ik heb begin januari voor Knack een artikel geschreven over Griekenland en ik ben begonnen met de luchtvervuiling. “Omdat mensen alles wat ze kunnen, verbranden om hun woning te verwarmen”, zo schreef ik. Wel, een week nadien stierven twee bejaarde vrouwen. Een 75-jarige vrouw uit Kerami, en een 90-jarige vrouw uit Pasterma. Zij waren, net als tienduizenden anderen, van het elektriciteitsnet afgesneden en ze zochten alles wat brandbaar was om toch maar hun appartementje te verwarmen. Tot het vuur en de rook de overhand haalden. Waarom al die offers?
Jaar na jaar na jaar zegt men dat het einde van de tunnel in zicht is. Maar ondertussen is een kwart van de economie vernietigd, 25 procent van het BNP. En de schuldenberg is gegroeid van 120 procent van het BNP naar 177 procent van het BNP. Het is een doodlopend straatje waarbij alles groter wordt: de hopeloosheid, de ellende en de schuldenberg.
De Grieken hebben gelijk om een andere politiek te eisen
En na Schaüble kwam Jean-Claude Juncker, de voorzitter van de Europese Commissie. Om te waarschuwen voor ‘het extremisme’. En om de Grieken aan te raden voor ‘bekende gezichten’ te stemmen. De schaamteloosheid kent geen grenzen. Wie is Juncker om het Griekse volk lessen te geven in democratie? Hij was zelf premier toen LuxLeaks werd georganiseerd. Eén van de grootste belastingcarrousels van de laatste decennia. Het mechanisme waarmee de familie de Spoelberch van AB InBev en Albert Frère van de Group Brussel Lambert en Electrabel hun winsten naar Luxemburg hebben versluisd, om onze staat voor miljoenen euro’s op het lichten. Hetzelfde mechanisme waarmee ook de Griekse multimiljonairs zoals Spiro Latsis hun geld naar Luxemburg hebben versluisd. Het mag wettelijk zo goed in elkaar zitten als men wil, het is een misdaad om een samenleving voor miljarden euro’s op te lichten en toe te kijken hoe werkende mensen, gepensioneerden en jongeren kreunen onder de betalingdruk die de trojka hen oplegt. Het extremisme, mijnheer Juncker, dat is een politiek die het financiële mollenwerk ondersteunt en tegelijkertijd geen enkel respect toont voor de democratie en voor de wil van een soeverein volk.
En na Juncker kwam Angela Merkel, die dreigde de Grieken uit de euro te zetten als ze voor Syriza zouden kiezen. De Grieken hebben het allemaal over hun hoofd gehad, maar dat soort angstbeelden werkt niet langer. Daarom is premier Samaras overgeschakeld op zijn laatste troef: hij probeert nu de aanslagen in Parijs tegen Syriza te gebruiken. “Het zijn voorstanders van de illegale vluchtelingen”, ‘het zijn vrienden van de extremistische islam’, zo zegt hij. We kennen die politiek, want ook in ons land is er een politieker die bijna letterlijk hetzelfde zegt. De Griekse politieke klasse is een groothandelaar in angst geworden, om een misdadige Europese besparingspolitiek goed te praten. Maar de Grieken zijn sterker dan de angst. Ze hebben gelijk om een andere politiek te vragen. Ze hebben gelijk om een plan te vragen dat de noden van de mensen centraal stelt. Ze hebben gelijk om fiscale rechtvaardigheid te eisen. En ze hebben gelijk om een schuldherschikking te vragen, net zoals Duitsland die ook in 1953 kreeg. De Grieken zijn de Tijl Uilenspiegels van vandaag, aan ons om hen te steunen!
De regering heeft het nog steeds niet begrepen
En dan komen we tot slot in ons land. Op 6 november zijn 120.000 mensen door de straten van Brussel getrokken om te betogen tegen dit besparingsbeleid. Ze kwamen op straat om de optrekking van de pensioenleeftijd tot 67 jaar te weigeren. Ze kwamen op straat om de indexsprong, die elk huishouden 34.000 euro zal kosten, te weigeren. Ze kwamen op straat om de afbouw van de spoorwegen, de rusthuizen, de kindercrèches, en de hele publieke dienstverlening te weigeren. Maar vergis u niet, de 120.000 betogers in Brussel kwamen vooral op straat om een echte vermogensbelasting te eisen en om een andere, sociale politiek te eisen.
Na de grote betoging volgden nog drie provinciale stakingsdagen en één landelijke, nationale stakingsdag. De grote patroons en de regering vrezen nu nieuwe acties. Na maanden van weigering tot elk gesprek met de vakbonden, zijn ze nu bereid om aan tafel te zitten. Maar het beloven moeilijke onderhandelingen te worden.
Ten eerste over de lonen. Er zouden vrije onderhandelingen komen, maar aan de indexsprong zou niets gewijzigd worden. Wat betekent dat concreet? Dat als er een opslag zou komen van 0,5 procent, de indexsprong van 2 procent toch van kracht zou zijn. Dat wil zeggen dat men toch nog steeds 1,5 procent koopkracht inboet. Dat wil ook zeggen dat er nog steeds meer dan 2 miljard euro uit de zakken van de loontrekkenden naar de grote bedrijven zal vloeien. Die cadeaupolitiek is geen oplossing voor de koopkracht van de bevolking, en biedt ook geen oplossing om de economie opnieuw op gang te trekken. De vakbonden hebben gelijk om een positieve loonmarge te vragen, en de indexsprong te willen schrappen.
Ten tweede: er wordt niet langer gesproken over een vermogensbelasting. Nochtans is 85 procent van de bevolking voorstander van zo’n vermogensbelasting of miljonairstaks. Het heet nu tax-shift. Maar er zijn geen garanties en er zijn geen concrete toezeggingen. Het wordt op de lange baan geschoven. Sommigen hebben het over de begrotingscontrole van maart, anderen spreken over 2016 als deadline. Bovendien wordt er mist gespuid en wordt de broek van de tax shift zo uitgerekt dat bijna alles en iedereen er in past. Het is niet schoon om zien. Kris Peeters spreekt vandaag in de kranten over een tax shift als een verschuiving naar “andere inkomstenbronnen”. Dat betekent dan mogelijk ecotaksen, en een btw-verhoging in combinatie met een symbolische taks op aandelenverhandeling. Het is dus niet onmogelijk dat de loontrekkenden de tax shift zelf grotendeels zullen moeten betalen, en dat is precies het tegendeel van wat nu al meer dan drie maanden lang nagestreefd wordt. Het is aan die heel kleine groep van ultramiljonairs om nu een inspanning te leveren. Zonder een echte inspanning van die groep is geen democratie mogelijk.
Ten derde wordt diezelfde politiek ook toegepast voor de pensioenkwestie. Men spuit mist, men houdt het vaag, en men verschuift het naar een nationale pensioenconferentie in april. Maar geen enkele regeringspartij wil het optrekken van de pensioenleeftijd naar 67 jaar ongedaan maken. Die maatregel stond in geen enkel verkiezingsprogramma, maar nu houden de partijen er aan vast als ware het de heilige graal van Nikodemus. Ook hier dus wil de regering de beweging met een kluitje in het riet sturen. Maar wat was er te horen aan al die piketten in november en december? Dat het niet meer te doen is om tot je 67 te werken, dat het fysiek niet meer gaat, en dat het absurd is om mensen langer te laten werken als er tegelijkertijd meer dan 600.000 werklozen zijn. Daar is niets aan veranderd.
Naar een sociale lente in 2015
De 11 miljard besparingen blijven, de miljarden voor nieuwe oorlogsvliegtuigen blijven, en aan de afbouw van het spoor, van de kinderkribbes, van de rusthuizen, van de steden en gemeenten – aan dat alles wordt er niets veranderd. En de allerrijksten ontspringen opnieuw de dans. We zullen zien of de regering en de patroons essentiële toegevingen zullen doen of niet. Als de regering potdoof blijft, is het niet onmogelijk dat de sociale acties opnieuw opflakkeren.
Want één ding is zonneklaar: de beweging staat sterk. Ze heeft vijf heel sterke troeven. Het is een nationale beweging, in heel het land, zonder verdeeldheid. Het is bovendien een intersectoriële beweging, die alle sectoren van de werkende bevolking verenigt. Ten derde is het ook een eensgezinde beweging, in gemeenschappelijk vakbondsfront. Ten vierde: het is een heel brede beweging, met de steun van burgerbewegingen zoals Hart boven Hard. En tot slot: de sociale beweging is concreet, met duidelijke eisen en een voorstel tot vermogensbelasting.
Dat zijn enorme troeven, beste vrienden en kameraden. Het zijn enorme troeven om de beweging verder uit te diepen en om een nieuwe lente mogelijk te maken. ‘Men kan alle bloemen proberen te knippen, maar de komst van de lente kan men niet tegenhouden’, zei Pablo Neruda. Veel tederheid, gezondheid, waardigheid en weerbaarheid gewenst aan allen, om samen te bouwen aan een sociale lente in 2015! Ja, ons hart zit links, en het klopt meer dan ooit.”
Reageren op dit artikel? Mail naar redactie@solidair.org.